328 4. S. zegtdus te zamen 150 a 180 schoten op 25 tanks". Dit is niet geheel juist, want die 5 minuten zijn niet uitsluitend voor de eerste „golf" beschikbaar de volgende golven komen kort daarachter. Verdediging tegen v e w n. Capitaine Fombonne bespreekt in de Revue d'lnjanterie van Dec. 1936 het laatste gedeelte van een studie van Aurel Locusteanu (Rcemenië) over dit onderwerp (verschenen in de Revista Infanterei van Juli-Aug.). S. con stateert 1. Bewapening. Het voornaamste wapen is het anti-tankkanon, maar om de verdediging te vervolmaken en de diepte te vergrooten, is een licht automatisch wapen noodig. S. denkt hierbij aan het Gerlich-geweer. 2. Hoeveelheid wapens. Na een berekening komt S. tot de conclusie, dat als ideaal moet worden beschouwd, een hoeveelheid van 6 stukken en 12 lichte automatische wapens per km front. 3. Het tactisch gebruik. S. bespreekt de twee bekende methoden decentralisatie van huis uit verdeeling van de pantser-bestrijdings middelen over het front -centralisatie achterhouden van die middelen, in de hand van den cdt. De tweede methode is verleidelijk, maar zal tot resultaat hebben, dat de voorste inf. in contact komt met vewn., zonder over middelen te beschikken om hiertegen in te zetten. Hieruit volgt, dat de wapens over de voorste inf. moeten worden verdeeld. Tegen vewn. moet de verdediging niet alleen altijd gereed zijn, doch zij moet ook in de diepte worden gevoerd. De projectielen uit de anti-tankwapens moeten voor de hoofdweerstandslijn vallen, om den aanval daar te breken, maar ook bij een eventueele doorbraak moeten de tanks in de diepte onder vuur kunnen worden genomen. Ten einde zulks te bereiken, moet het anti-tankkanon zoo danig worden opgesteld, dat het tot 1000 m voor de hoofdweerstandslijn vuur kan brengenvoor de automatische wapens is 500 m voldoende. Een tweede lijn voor vew.verdediging, bestaande uit anti-tankwapens van de reserve en de „canons d'accompagnement immédiat" dekt de lijn der art. opstellingen. Het onderdeel, waarbij de wapens moeten worden ingedeeld, is het bataljon. Het front hiervan (1 a 1% km) stemt overeen met de berekende hoeveelheid van 6 kanonnen en 12 aut.wapens per km. Laatstgenoemde zullen bij de cien. worden ingedeeld, terwijl de kanonnen deel zullen uitmaken van de „zware cie." van het bataljon. d.V. Infanterie. Mïlitar Wochenblatt. nr. 23. „Aus der Truppe für die Truppe". Hinhaltender Widerstand. S. acht het onjuist, dat bij een vertragend gevecht alle fuseliers in de weerstandslijn worden geplaatst aangezien zij immers eerst op korten afstand aan het vuurgevecht deelnemen en het vertragend gevecht in beginsel eindigt vóór het tijdstip dat deze phase van het gevecht wordt bereikt, komen zij niet tot hun recht. Een inf.reg. is derhalve voor een vertragende actie slechts in uitzonderingsgevallen (zeer bedekt terrein) in zijn geheel bruikbaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 70