330 verdeelen, daarbij aanvaardende, dat het schiettechnisch vermogen van het wapen niet ten volle tot uiting kan komen. Hieruit volgt, dat men zich geen overdreven voorstelling moet maken van den steun, welken de mitrn. bij den aanval kunnen bieden, en dat de vuursteun in de eerste plaats van de krombaanwapenen moet worden verwacht. S wenscht organieke indeeling van lt.mrtn. bij de bataljons en granaa - geweren bij de cien. Deze laatste voor bestrijding van verticaal gedekte doelen binnen een afstand van 200 m. T. Artillerie. Organisatie. De taak van den art.inl.dienst bestaat volgens kap. Kuenzy (R.M.S. Dec., Le S.R.A. et les cies. d'obs. d'art. dans notre armée.) uit: 1. verstrekking van inlichtingen aan den div.cdt. 2. verstrekking van kaarten, foto s en weerberichten aan de art. 3. opsporing en vaststelling van doelen en verstrekking van de gegevens voor daarop af te geven vuren 4. verzamelen en interpreteeren van gegevens en verspreiding daarvan. Voor de uitvoering dier taak beschikt de S(ervice de) R(enseignement d A(rt.) over: a. eigen art. organen (verkenners en waarnemers van het reg.art. en de art.wg.cie. van de div.) b. toegevoegde organen (vlgn.) alsmede c. de hulp van de S.R. de la division. De bezettingen van de wgpn. van het reg. zijn door de werkzaamheden tb.v. de vuurvoorbereiding en vuurleiding reeds zoodanig belast, dat zij nimmer voldoende gegevens kunnen verstrekken deze zijn bovendien door gebrek aan speciaal personeel en materiëel, onvoldoende nauwkeurig. Deze opvatting, welke een overdenking waard is en waarin de art.bestrijding een belangrijke rol speelt, ligt ten grondslag aan de ruime organisatie van de per div. ingedeelde art.wg.cie. Zij bestaat uit een staf, waarin een gp. op- nemers en een gp. teekenaars, en 5 sien., onderscheidenlijk voor optische wg geluidswg. (niet bij de bergdivn.), meteorologie, fotografie en vb.dienst, en telt 9 offn., 28 o.on, 119 waarnemers, 72 bestuurders, 7 ordn. alsmede 9 motrwn. en 28 auto's terwijl de vb.sie. o.m. is uitgerust met 210 km telefoonkabeel. Hoewel uit de uitvoerige beschrijving van het optreden van den S.R.A. in verschillende tactische gevallen blijkt, dat dit in beginsel overeenkomt met dat van het A.W.V.K., houde men bij het trekken van een vergelijking tusschen de organisaties in het oog, dat verschillende onderdeelen bij ons elders zijn ondergebracht dan wel en ten rechte geheel ontbreken, terwijl terrein en karakter van den strijd in velerlei opzicht verschillen. Bewapening. Uit de door kap. Chaupot in zijn Ess'ii de critique militaire (R.M.F. Dec.) gegeven beschouwingen blijkt ten duidelijkste de invloed van de vewn. op het gebruik en de bewapening van de art. S. acht het noodig, de art. uit te rusten met anti-tankgeschut teneinde haar in staat te stellen, tijdens den marsch of in stelling zelf voor haar beveiliging zorg te dragen. Voorts is de art. door het gebruik van vewn. aan eigen zijde tijdens den aanval voor een groot deel van het verleenen van rechtstreekschen steun aan de inf. ontlast, zoodat zij zich nu beter kan toeleggen op de bescherming van den aanval, inclusief de bescherming van de vewn. tegen speciale anti tankwapens. Echter verplaatsen tanks zich niet alleen sneller doch ook onregelmatiger dan inf. het probleem van samenwerking wordt dus nog moeilijker. Wel kan men de bescherming laten bestaan uit verblinding van de vij.wgpn. en het afgeven van „kooivuren" en vuren op achtereen volgende dcelen, doch dit zal niet voorkomen, dat enkele wapens aan het vuur ontsnappen. Kan de plaats daarvan worden bepaald? Hoe en door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 72