332
Juli, Oct. en Jan. 37). Wij volstaan met te vermelden, dat de grootste
vooruitgang valt waar te nemen bij de anti-tank- en ld.wapensv.w.b.
deze laatste wordt meer en meer de nadruk gelegd op geschut van klein
kal., dat tevens geschikt is voor vew.afweer. In het bijzonder trekt het
Bofors materiëel van 3447 mm de aandacht, waarbij het richtprobleem,
verbonden aan een 4 puntsopstelling, op vernuftige wijze is opgelost.
Het nieuwe It. 7,5 cm materiëel M.34 en M.35 is in zekeren zin als
eenheidsgeschut te beschouwen als M.34 is het geschikt voor gedragen en
getrokken vervoer bij de bg.art., doch tevens voor getrokken vervoer achter
auto'svoorzien van een eenigszins afwijkende onderaffuit, as en raden
is het als M.35 bestemd voor indeeling bij vd.- en auto-bijn. doch anderzijds
geschikt voor gemengd vervoer in bergterrein.
Gnl. Rieder is van oordeel, dat het gewicht van M.34 van 820 kg te
hoog is voor getrokken vervoer door 2 dieren hij geeft de voorkeur aan
de Zwitsersche vervoerwijze (schietbuis, slede en wieg op een kar). Dit
groote gewicht wordt in hoofdzaak veroorzaakt door toepassing van een
spreidaffuit ballistisch biedt het geschut weinig nieuws het verschiet
een proj. van 6,35 kg, voorzien van een huls met 4 deelladingen, met een
max. Vo van 435 m/sec. tot op 9400 m.
Het artikel Wirkungsschieszen (W.T.M. Dec.) geeft overste Justrow aan
leiding tot de aanteekening, dat het gebruik van in oorlogstijd vervaardigde
mu. en de snelle toename der spreiding als gevolg van de groote Vo, noodig
voor het bereiken van steeds grootere drachten, er toe zullen leiden, dat
vernielingsvuren t.b.v. de inf. al spoedig niet op bevredigende wijze zullen
worden afgegeven. Daarom is het noodig, te beschikken over alleen voor
dit doel bestemd en derhalve gemakkelijk te vervaardigen geschut. De eischen
zijn licht, kleine vluchttijd, kleine spreidingde mu. dient een goede
doch begrensde uitwerking te hebben en tevens een goede wg. mogelijk
te maketn.
Vuurleiding.
Kol. Böttcher (Ein Beitrag zum Schieszen in der Abteilung, A.R. Dec.)
toont zich een tegenstander van de in D. gebruikelijke methode, waarbij
alle bijn. van de afd., welke een doel te bevuren krijgt, daarop inschieten
(zie I.M.T. Jan., blz. 58). Aan de hand van een voorbeeld propageert hij
een methode, welke veel overeenkomst vertoont met die, neergelegd in
ons H.S. Art. ptn. 229 en 230.
Oefeningen en ervaringen.
Overste Burne geeft in The French guris at Bertrix (J.R.A. Oct.) een
met foto's verlichte beschrijving van den aldaar op 21 Aug. 1914 vooral
voor de art. zoo ongelukkig verloopen strijd (zie o.a. de artikelen van Kol.
Slothouber in I.M.T. '32, blz. 1002 en '34, blz. 323). S. waarschuwt er voor,
ook in de toekomst bedacht te zijn op optreden in bedekt, geaccidenteerd
terrein bij onvoldoende gegevens omtrent den vij. en is van meening, dat
de sedert 1914 zoo sterk ontwikkelde techniek het verloop van dit gevecht
eerder in ongunstigen dan in gunstigen zin zou hebben beïnvloed.
In Avec une batterie de T.R. a I'offensive des Flandres (B.B.S.M. Nov. en
Dec.) beschrijft overste Terlinden op sobere wijze zijn ervaringen als bij.cdt.
in Sept. en Oct. 1918. Duidelijk blijkt, hoezeer leiding en troep, geheel
ingesteld op den stellingoorlog, tijd noodig hadden om zich aan de nieuwe
wijze van optreden aan te passen en hoe in den beginne gezond initiatief
veelal mankeerde.
Het tegenovergestelde schildert kap. Geel ons in Art. grepen uit de wer
kelijkheid (Mav. Nov.) een doortastend aangevoerde bij. redt de situatie
voor een reg.inf. en maakt daardoor een succesvollen aanval der div. mogelijk.