333 Vorenbeschreven artikelen leveren zeer geschikte stof voor een bespreking met kader en manschappen. Eenige gegevens omtrent in Abessynië opgedane ervaringen zijn vermeld in M.W. nr. 19 (bespreking van maarschalk Badoglio's boek La guerra d'Etiopia) en nr. 20 (Die Art. in dem ab.-it. Krieg unter besonderer Her- vorhebung der eritrdischen Front.). Niettegenstaande de vij. slecht was bewapend en slecht schoot, bleek de art. onmisbaar te zijn en droeg zij veel bij tot de overwinning. Hoewel de gemot. art. het voor het overwinnen van terreinhindemissen niet zonder hulpkrachten kon stellen, overtroffen haar marschprestaties de stoutste verwachtingen. Daarnaast bleek echter de onmisbaarheid van bg.art., welke haar traditie getrouw haar stukken bracht, waarheen zulks werd geëischt. s Vijands optreden liet toe, wgpn., bijn. en stun, ter vermijding van vbn. op geringen onderlingen afstand op te stellen anderzijds noopte het tot indeeling van aut. wapens voor beveiliging en nabij-verdediging. De recht - streeksche steun bestond niet zoozeer uit het afgeven van vuur op hinderlijke, bekende troepen, dan wel uit den afweer van verrassende aanvallen van niet verkende, plotseling optredende vij .afdeelingen, waardoor de eigen schappen van „bon tireur" tot volle ontplooiing konden komen. De steunende kijn. meestal 1 per bat.inf. stonden bij het inzetten van den aanval als regel in voorste lijn en volgden de inf. zoo dicht mogelijk, hetgeen veelal (echelonsgewijze met sprongen geschiedde, welke i.v.m. de snelheid van de oprukkende inf. ongeveer 6 a 7 km bedroegen. Ten slotte beschrijft overste Mazenod in R.d'Art. Sept. in École a feu de groupe het verloop van afd. schietoefeningen, waarbij tactische omstan digheden ten volle zijn ingeschakeld. Luchtdoelartillerie. Kap. Braun verdedigt in Luftschutz eines Armeekorps (M.W. nr. 24) de door hem in M.W. nr. 2 voorgestelde organisatie (I.M.T. Febr. blz. 162). Daar de bij den troep ingedeelde mitm. zich niet eigenen voor luchtafweer en de divn. toch over haar eigen Begleitluftschutz dienen te beschikken, moet een deel van de in S.'s organisatie voorkomende gemot, ld.mitm. onder de bevelen van de div.catn. worden gesteld. Wordt hierdoor het co. over het reg. Id.art. reeds verlicht, ook zonder dat acht kap. Braun dit niet te zwaar, daar de reg.cdt. niet met zijn 8 onderdeelen vecht zooals een bat.cdt. met zijn cien., doch optreedt als organisator die over de onderdeelen beschikt om daarmede op de door hem noodig geachte punten een harmonisch geheel, bestaande uit wapens van verschillend kaliber, in te zetten. In Rückblick auf die Eingliederung der Flugabwehrkanonen in die Luft waffe (W.u.W. Dec.) geeft gnl. Grimm de beweegredenen weer, welke er tijdens den wereldoorlog toe leidden, de D. Id.art. onder den bevelhebber van de luchtstrijdkrachten te stellen, welke toestand sedert 1 April 1935 in D. weder is hersteld. Luit. t. Zee Schmitt behandelt in Zerlegezünder fur Flak (W.T.M. Dec.) aan de hand van enkele voorbeelden de bij het ld.geschut van 2040 mm technisch moeilijk uitvoerbare constructie eener inrichting, welke het van een schokbuis voorziene proj., dat het doel heeft gemist, nog in de lucht tot springen brengt. Uitgaande van de in Abessynië opgedane ervaring, dat één treffer van uit aut. wapens verschoten lichtspoorgn., waarin het gewicht van de sas 80 van dat der lading uitmaakt, veelal onvoldoende is om een modem vlg. buiten gevecht te stellen, oppert hij het denkbeeld, genoemde wapens gemengde mu. te doen verschieten, bestaande uit licht spoor- en volgn., welke uiteraard ballistisch equivalent moeten zijn. Sch.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 75