343 De minister van Defensie verleende zijn toestemming, de daarvoor geschikte onderwerpen onder het bereik van belangstellenden te brengen in den vorm van „Mededeelingen", waarvan thans de eerste het licht gezien heeft. De Commissie spreekt de hoop uit, dat deze mededeelingen een prikkel mogen zijn voor hen, die zich op het terrein van haar publicaties bewegen, opdat de samenwerking, welke reeds met velen bestaat, in de toekomst nog hechter moge worden. Het is niet doenlijk om van Klarenbeeks belangwekkende verhandeling in het korte bestek van een referaat voldoende tot haar recht te laten komen, maar gaarne willen wij hier enkele hoofdpunten bespreken. Onderzoekingen van Flury c.s. in het pharmacologisch instituut der Universiteit Würtzberg hebben indertijd de zeer effectieve beschermende werking van een op de huid gestreken laagje antiphlogistine t.o.v. mosterd gas aangetoond. Deze onderzoekingen zijn door anderen bevestigd en waren voor Klarenbeek aanleiding de oorzaak hiervan verder na te gaan. De conclusies, waartoe zijn proefnemingen voerden, waren, dat een stof door eenvoudige en snelle doordrenking met glycerine (het daadwerkelijk beschermende bestanddeel uit de antiphlogistine) geschikt kan worden gemaakt voor de bescherming tegen mosterdgas, welke bescherming, zelfs bij direct huidcontact, gedurende geruimen tijd aanwezig blijft. Bij de verdere bestudeering der beschermende werking van met glycerine gedrenkte weefsels bleek evenwel, dat de fixatie der vloeistof in het weefsel onvol doende was, en de proefmonsters na 24 uur in verticalen stand te zijn geweest, door het uitlekken der glycerine haar beschermende werking grootdeels hadden verloren, zoodat herhaalde impregnaties noodig zouden zijn. Het vraagstuk der meer duurzame fixatie moest dan ook noodzakelijk onder de oogen gezien worden. In de eerste plaats werd getracht dit doel te bereiken met behulp van aardappelzetmeel. Goede doordrenking van wollen uniform- stof met een stijfselpap, waaraan glycerine was toegevoegd in een verhou ding van 4 op 96, verhindert het uitzakken der glycerine aanzienlijk. De beschermende werking werd nog aanzienlijk verhoogd door de stof eerst te doordrenken met glycerine en daarna gedurende korten tijd in contact te brengen met het nog vloeibare glycerinezetmeelmengsel. Hoewel op deze wijze zeer bevredigende resultaten bereikt werden, was ook hier de glycerine-fixatie echter nog niet volkomen en vertoonden de verticaal opgehangen monsters op den duur in de onderste lagen een toename van het glycerinegehalte. Bij het verdere onderzoek werd beproefd glycerine in weefsels te fixeeren door ze aan beide zijden met een gesmolten laag zinklijm te overgieten, welke laag vervolgens dun werd uitgestrekenhierbij kwam vast te staan, dat mosterdgas na 6 dagen niet in staat is door een dunne laag zinklijm heen te dringen en gedurende dien tijd geen, of hoogstens sporen mosterdgas de lijm zijn binnengeslopen, zoodat een korte behandeling met chloorkalk of eenig ander ontsmettingsmiddel voldoende is om het mosterdgas onscha delijk te maken zonder de beschermende laag ernstig aan te tasten. Verdere proeven hebben aangetoond, dat men het zinkoxyde uit de zinklijm kan weglaten zonder dat het mengsel zijn beschermende werking t.o.v. mosterd gas verliest en dat de beschuttende laag noch door mosterdgas, noch door een koude waterige chloorkalkoplossing wordt aangetast. Vervolgens bespreekt S. de physico-chemische eigenschappen van glyce- rine-gelatine-mengsels om ten slotte nog in het kort melding te maken van een reeks onderzoekingen naar de beschermende werking van verschillende andere verbindingen t.o.v. mosterdgas, waaronder te noemen aethyleen- en propyleenalcohol, waarin mosterdgas vrij snel oplost, verzadigde waterige oplossingen van manniet en sorbiet, waarin een druppel gedurende enkele dagen bewaard kan blijven, verschillende colloïdale oplossingen en oliën (levertraan, ricinus-, sesam- en olijfolie). Hierin lost het mosterdgas evenwel snel op, zoodat ze niet voor mosterdgasbescherming in aanmerking komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 87