genten l) en het uitstekende spoorwegnet niet rekening diende te houden met een bruusk Fransch offensief van het nog niet gemo biliseerde vredesleger, zoodat dan de Duitsche concentratie, welke nu op den linker Rijnoever was voorgenomen, in gevaar werd gebracht. In zijn Denkschrift 68/69 schrijft hij Ik wil hier al dadelijk opmerken, dat de Franschen toch het nadeelige plan, getrouw aan hun volkskarakter, hebben gekozen, en er een, zij het stuntelig, begin van uitvoering aan hebben gegeven. Moltke's concentratie is er 2 etmalen door vertraagd. De in de Pfalz verzamelde Duitsche legers wilde Von Moltke als volgt groepeeren Eerste (rechtervleugel) leger, onder den General der Infanterie Von Steinmetz, bij Wittlich VII en VIII A.K. 60.000 man Tweede (hoofd) leger, onder den General der Kavalerie Prinz FRIEDRICH KARL, bij Neunkirchen-Homburg III, IV, X, Garde A.K. 131.000 man Derde (linkervleugel) leger, onder den General der Infanterie Kronprinz FRIEDRICH WILHELM, bij Landau-Rastatt V, XI, eventueel Bad. Wurt., I B(eiersch), II B A.K. 130.000 man 357 „Weliswaar zouden de Franschen, gezien de opeenhooping van garni zoenen en legerplaatsen juist in het NO. deel des lands, de doel matigheid van hun spoorwegsysteem en zijn rijkdom aan rollend „materiëel, zonder eerst de aanvullingen af te wachten, in zeer korten „tijd een leger van 150.000 man aan de grens kunnen verzamelen. „De uitvoering van een snel initiatief zou geheel in overeenstemming „zijn met den volksaard en is ook in militaire kringen besproken „geworden. „Nemen wij eens een zoo geïmproviseerd leger aan, dat echter toch „rijkelijk met cavalerie en artillerie moet zijn uitgerust, en dat zich „reeds op den 5en dag om Metz zou hebben verzameld, en op den „8en dag de grens bij Saarlouis zou overschrijden, dan zouden wij „het toch in de hand hebben ons spoorwegvervoer tijdig te onder breken en onze hoofdmacht reeds aan den Rijn uit te laden. Daar heen zou de invasie nog 6 dagmarschen moeten afleggen en zou „zij op den 14en dag tegenover gelijke krachten tot staan komen. „In het bezit van de rivierovergangen zouden wij weinige dagen „later met meer dan dubbele overmacht tot het offensief kunnen „overgaan. „De nadeelen en gevaren van een dergelijke handelwijze aan Fran- „sche zijde zijn voor het verdere verloop zoo kennelijk, dat men niet „licht daartoe zal kunnen besluiten bovendien wordt zij onuitvoer baar als wij zelf het initiatief nemen". Het Fransche leger was vanwege de conscriptie met remplacement feitelijk een soort beroepsleger, dat in oorlogstijd zou worden aangevuld uit de depots en door vrijwilligers.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 11