Besluit de A.B. om paun. bij de voorposten in te deelen, dan kunnen zij overdag worden gebruikt om bescherming te ver- leenen bij het betrekken der voorposten, dan wel om tijdig te waarschuwen voor gevaar. Evenals de bij de voorposten ingedeelde cavalerie en wielrijders, kunnen de paun. onder de rechtstreeksche bevelen blijven van den A.B., dan wel onder de bevelen van den voorposten-commandant worden gesteld. In elk geval verdient het aanbeveling deze onderdeelen (cav., wrn. en paun.) onder eenhoofdig commando te stellen. De taak van de bij de voorposten ingedeelde paun. zal bestaan uit het uitvoeren van verkenningen op grooten afstand, teneinde tijdig nadere gegevens te verschaffen omtrent de bewegingen des vijands. Daartoe worden verkenningsstooten uitgevoerd op de wijze, als onder III omschreven. Wordt door de paun. gezamenlijk met cavalerie en/of wielrijders opgetreden, dan worden vorengenoemde verkenningsstooten uit gevoerd van de opstellingsplaats van het gros uit en wordt na volbrachte taak op deze opstellingsplaats teruggekeerd. Wordt niet samengewerkt met cavalerie en/of wielrijders, dan moet de A.B. dan wel de voorpostencommandant overwegen of de paun. na eiken verkenningsstoot achter de voorposten zullen terug- keeren, dan wel of de steunende groep (deze troepen kunnen dan een soort „basis" vormen) in de beveiliging kan voorzien. Na het invallen van de duisternis is de taak der paun. afge- loopenzij worden dan achter de voorposten teruggenomen. c. Gevechtsbeveiliging. Ook bij de gevechtsbeveiliging kunnen paun. goede diensten bewijzen. Bij voorkeur worden zij onder eenhoofdige leiding gesteld met bij de gevechtsbeveiliging ingedeelde cavalerie, wielrijders dan wel infanterie. De cdt. van de gevechtsbeveiliging zal de paun. bestemmen voor de verkenning op grooten afstand, teneinde zoo spoedig mogelijk op de hooogte te zijn van eventueel nade rende vijandelijke afdeelingen. Zij voeren deze taak uit, door van de opstellingsplaats van de gevechtsbeveiliging uit verken ningsstooten te verrichten op de wijze als onder III is omschreven. V. DE VERDEDIGING. De pau. is een strijdmiddel, dat zich slecht voor de verdediging leent, daar hij niet in staat is, blijvend een terreindeel te bezetten, wanneer de vijand zich daartegenover ontwikkelt. Zijn kenmer kende eigenschappen zijn snelheid en vuurkracht. Om deze vol ledig te benutten moet de pau. ook in de verdediging trachten door manoeuvre en vuur zijn doel te bereiken. De cdt. die dus aan een pau.onderdeel heeft opgedragen een terreindeel (brug, défilé) te bezetten, moet zorg dragen, dit onderdeel zoo spoedig mogelijk door andere troepen te doen aflossen. 376

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 30