Aangezien bij den inzet der verbindingsmiddelen uiteraard
rekening moet worden gehouden met hun specifieke eigenaardig
heden, zullen thans eerst de belangrijkste eigenschappen1) van
de hier te lande meer in het bijzonder bij de infanterie-verbin-
dings-afdeelingen normaal beschikbare verbindingsmiddelen
worden behandeld t.w.
a. de ordonnans,
b. de lijntelefoon,
c. de radiotelegraaf,
d. de radiotelefoon,
e. de optische seinmiddelen.
De lijntelegraaf hoewel van groot belang voor de verbinding
van de hoogste staven blijft hier verder buiten beschouwing,
omdat de mede te voeren hoeveelheden materiëel en de hooge
eischen, welke aan de isolatie van de lijnen moeten worden
gesteld, dit verbindingsmiddel minder geschikt maken voor veld-
gebruik.
De ordonnans.
De ordonnans is op eigen terrein onder alle omstandigheden
een eenvoudig en betrouwbaar verbindingsmiddelvoor de
kleinste afstanden (tot 300 m) worden ordonnansen te voet
gebruiktworden de afstanden grooter, dan kan men overgaan
tot het instellen van een ordonnansenketen of wel tot het gebruik
van bereden, motor- en/of rijwiel-ordonnansen.
Terwijl de ordonnans te voet en de bereden ordonnans bij
voorkeur in het terrein worden gebruikt, is de motor- en rijwiel
ordonnans meer aan de wegen en paden gebonden.
Vooral voor de verbinding tusschen zich verplaatsende onder-
deelen wordt de ordonnans bij voorkeur gebruikt.
Voor het overbrengen van schetsen is men aangewezen op den
ordonnans lange berichten (bevelen, enz.) zullen over beperkte
afstanden dikwijls het snelst door den ordonnans kunnen worden
overgebracht.
Een bezwaar is echter, dat de ordonnansen, die aan hooge
eischen moeten voldoen, zoowel wat lichamelijke geschiktheid als
wat moreele eigenschappen betreft, onder gevechtsomstandigheden
zeer kwetsbaar zijn, zoodat de verliezen aan ordonnansen zeer
groot kunnen zijn.
Dit bezwaar kan ondervangen worden door dusdanige maat
regelen te treffen, dat de electrische- en optische verbindings-
b Zie o.a. titre III van de „Instruction provisoire sur la liaison et les
transmissions en campagne" (uitgave 1934)
384