De Gramont, die zooals men ziet er zelfs het oude rijk van KAREL de Vijfde bij haalde, bedoelde daarmede eigenlijk, dat Frankrijk niet wenschte te worden ingesloten door Duitschers aan Rijn en Pyreneeën tegelijk. Al was deze wensch politiek gesproken wel verklaarbaar1), zoo lijdt het toch geen twijfel, dat Frankrijk het recht miste, om het Spaansche volk te verbieden den Koning te kiezen, dien het op den troon wenschte. Den Franschen gezant te Berlin, graaf Benedetti, werd nu opgedragen om de Pruisische regeering vertrouwelijk te polsen en te trachten de aanvaarding der candidatuur ongedaan te maken. Von Bismarck, die met de Spaansche opvolging niets te maken had, begreep onmiddellijk welk een schoon middel hem hier in de handen werd gespeeld om Frankrijk ,,in de dwangpositie te brengen" wantdrong Frankrijk aan en stelde het eischen, dan was de Pruisische regeering gereed om die protesten af te wijzen, het ging immers om een zaak welke uitsluitend de dynastie Von Hohenzollern betrof, doch in welke de regeering, als zoodanig, geen stem had kwam er evenwel en inderdaad een Hohenzollern op den Spaanschen troon, dan werd daardoor de militaire positie van Frankrijk sterk beïnvloed. Het werd nu een wonderlijk diplomatiek tournooi De Pruisische regeering verklaarde de zaak in kwestie als niet tot haar terrein te behoorende Pruisische Koning wenschte als hoofd der dynastie zijn aan Prins LEOPOLD gegeven toestemming niet in te trekken; Vorst ANTON telegrafeerde aan Prim dat hij de candidatuur van zijn zoon introk; en Von Bismarck deed weten, dat Pruisen over de oorlogzuchtige rede van den due de Gramont zeer gebelgd was, Frankrijk aller minst vreesde, en er op stond, dat thans door Frankrijk openlijk een definitieve overeenkomst werd aanvaard, waaruit zou blijken, dat als de Spaansche kwestie zou worden opgelost, Frankrijk niet dadelijk weer met nieuwe chicanes zou komen aandragen. Op dit psychologisch juiste oogenblik ging de Pruisische Koning 349 „connaissons pas les détails vrais d'une négociation qui nous a été „cachéeMais nous ne croyons pas que le respect des „droits d'un peuple voisin nous oblige a souffrir qu'une puissance „étrangère, en plagant un de ses princes sur le trone de Charles- „Quint, puisse déranger a notre détriment l'èquilibre actuel des forces „en Europe et mettre en péril les intéréts et l'honneur de la France. „Cette éventualité, nous en avons le ferme espoir, ne se réalisera pas. „Pour rempêcher, nous comptons a la fois sur la sagesse du peuple „allemand, et sur l'amïtié du peuple espagnol. S'il en était autrement, „forts de votre appui et de celui de la nation, nous saurions remplir „notre devoir sans hesitation et sans faiblesse." (Ambert, Histoire de la guerre de 1870-71, blz. 94.) De vrees voor de mogelijke gevolgen was echter wel sterk overdreven en is dit in 1937 ook

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 3