b. de lijntelefoon meer in het bijzonder bij intensieve en lang durige gevechtsaanraking optreedt c. de optische verbindingsmiddelen niet denkbeeldig is, indien in de richting van den vijand wordt geseind. Dat dit gevaar niet denkbeeldig wordt geacht moge blijken uit de soms rigoureuze maatregelen, welke in sommige verbin dingsvoorschriften, zooals in Titre IV, Chapitre I van het Fransche voorschrift zijn aangegeven. Het is niet onwaarschijnlijk dat de ervaringen uit den stellingoorlog hierbij meer in het bijzonder tot uiting zijn gekomen. De volgende maatregelen zijn ontleend aan het „Nachrichten A.B.C." van W. von Dufais, (uitgave 1935) a. Bij de lijntelefoon. 1. uiterst voorzichtig zijn bij gesprekken. 2. schuilnamen gebruiken voor aanduidingen van troepenafdee lingen idem voor belangrijke punten in het terrein. Geen eigennamen noemen aanduidingen als „divisie-commandant", „regimentscommandant" enz. achterwege laten Commandant, E 20 of Commandant E 20 is alleszins voldoende. Den tijd versluieren door bij de tijdsbepaling uit te gaan van een overeengekomen uitgangstijdstip „U", waardoor dus een bepaalde tijd wordt aangeduid bijv. met U 2. Het uur U wordt uiteraard geheim gehouden. 3. Lijnen, die uitgaande van het regiment12) naar achter loopen (bijv. naar de divisie) op den regimentscommandopost zoo noodig op afzonderlijke (eind-)toestellen aansluiten, om te voorkomen, dat deze lijnen naar vóór (bijv. naar de bataljons) worden doorverbonden. 4. in de aan het front grenzende strook ter breedte van 3 km alle lijnen van een stelling dubbeldraads uitvoeren. 5. intensieve lijnbewaking, indien met het inschakelen van toestellen door vijandelijke patrouilles rekening moet worden gehouden. 6. bestaande P.T.T.-lijnen slechts dan gebruiken, indien zeker heid bestaat, dat ze niet door door den vijand bezet terrein loopen. b. Bij de radio-telefoon. 1. Slechts toelaten binnen bataljons-verband voor korte, van oogenblikkelijke beteekenis zijnde mededeelingen, schietcor- 392 1 De aangegeven grens houdt verband met de organisatie van de ver bindingseenheden in het Duitsche legerin het K.N.I.L. zou deze grens loopen over de commandoposten van de bataljonscommandanten, doch n.o.m. slechts hij de (hardnekkige) verdediging en niet bij den aanval, waarhij ■de assen zoo mogelijk steeds worden doorgetrokken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 46