Ter verhooging van de bedrijfszekerheid zullen vaak enkele
verbindingsmiddelen naast elkaar moeten worden ingezet.
Een oordeelkundige indeeling is alleen te verwachten, indien
alle verbindingsmiddelen, waarover een bepaalde tactische een
heid beschikt, tezamen worden gevoegd in een onder éénhoofdige
leiding te stellen verhindingsafdeeling.
De commandant van een dergelijke verhindingsafdeeling zal
niet alleen een duidelijk inzicht moeten hebben in den tactischen
toestand en steeds op de hoogte moeten zijn van de voornemens
van den betrokken bevelhebber, doch ook moeten beschikken
over een grondige kennis van de verschillende verbindingsmid
delen.
Om aan de aan den verbindingsofficier gestelde eischen te
kunnen voldoen, is derhalve een grondige technische opleiding
noodig en zal het tactisch inzicht van genoemd officier verder
moeten worden ontwikkeld.
Om steeds een duidelijk inzicht te hebben in den tactischen
toestand en tijdig op de hoogte te zijn van de voornemens van
den tactischen commandant, behoort de verbindingsofficier niet
alleen organiek bij den staf van het betrokken onderdeel te
worden ingedeeld, doch behoort deze officier tot de onmiddellijke
medewerkers van den tactischen commandantals zoodanig be
hoort de verbindingsofficier dan ook in den gevechtsstaf thuis.
De verhouding tusschen den tactischen commandant en den
commandant van de betrokken verhindingsafdeeling wordt zeer
goed weergegeven in Titre I, Chapitre II, Article premier van
de „Instruction provisoire sur la liaison et les transmissions en
campagne" (uitgave 1934). Na nog even met enkele woorden te
hebben gewezen op het belang van een verzekerde en zoo snel
mogelijke uitwisseling van gegevens met behulp van de verbin
dingen en op de belangrijke taak die deze, een goede werking
vooropstellende, bij het onderhouden van het verband vervullen,
wordt de tactische commandant (o.i. ten rechte) verantwoordelijk
gesteld voor het in werking stellen van de verbindingen.
Bij gevolg dient de tactische commandant
a. de gegevens te verstrekken, welke een oordeelkundigen inzet
van de verbindingsmiddelen mogelijk maken (welke gezag
hebbend en en objecten moeten aangesloten worden wanneer
moet de verbinding gereed zijnenz.)
b. de toewijzing van aanvullende middelen te regelen
c. de voorschriften te geven voor het gebruik van bepaalde
verbindingsmiddelen (bijv. beperkende bepalingen ten aan
zien van het gebruik van de draadlooze middelen wanneer
met het leggen van de lijnverbindingen mag worden be
gonnen)
394