één jaar de oorspronkelijke wettelijke regeling dat „onderwijzers, onderwijzeressen en leerlingen in de scholen slechts werden toegelaten, indien een verklaring kon worden overgelegd van een geneeskundige, dat zij met goed gevolg of meer dan eens de inenting tegen pokken hadden ondergaan of aan pokken hadden geleden" buiten werking gesteld. Later is bij suppletoire wetjes de geldigheidsduur dezer tijdelijke buiten werking stelling ver lengd, eerst tot 1 Januari 1930, 1 Januari 1931 en daarna met tweejaarlijksche termijnen tot 1 Januari 1937, waarna wederom een verlenging plaats had voor den tijd van een jaar tot 1 Januari 1938. Tegenover een jaarlijkschen aanwas der bevolking met 150.000 kinderen, telt men thans in Nederland een jaarlijksch aantal vaccinaties van minder dan 25.000. Prof. van Loghem wijst er in dit verband op, dat de onderbouw van de Nederlandsche bevol- kingspyramide dus voor de pokken reeds ruim openstaat en dat ook de bovenbouw met de jaren veel specifieken weerstand ver loren heeft. Wanneer dwangmaatregelen t.a.v. de vaccinatie door den wet gever niet aangewezen worden geacht voor de burgerbevolking van een land, dan ziet men als regel na korteren of langeren tijd dezelfde tendenzen zich baanbreken bij de legerleiding. Zoo spreekt het welhaast vanzelf dat het Nederlandsche Reglement voor den Geneeskundigen Dienst bij de Landmacht in tijd van vrede (1920) eiken vorm van dwang uitsluit. In Nederland mag op militairen, die verklaren bezwaar te hebben om te worden gevaccineerd tegen pokken, direct noch indirect op eenige wijze dwang worden uitgeoefend tot het ondergaan der kunstbewerking. Op geenerlei wijze mag bovendien aan zoodanige militairen in verband met de door hen ingebrachte bezwaren, ken- of voelbaar worden gemaakt, dat men hunne handelwijze afkeurt. Wel mag men trachten hen door een bedaard betoog op welwillende wijze te overreden, zich alsnog aan de inenting te onderwerpen. In het onlangs verschenen verslag van de „4e Session de 1' Office International de Documentation de Médecine Militaire" die in Juni 1934 in Luik gehouden werd, geeft kolonel Dr. Zrunek (Tsjechoslowakije) onder den titel „Les Vaccinations dans les Armées au point de vüe de la Législation" een uiteenzetting betreffende de vaccinatieregeling in de verschillende Europeesche legers en de wettelijke aspecten van dit vraagstuk. Men zou, zegt Zrunek in den aanhef van zijn beschouwing de vaccinatie gelijk kunnen stellen met een chirurgischen ingreep, m.a.w. even als bij een operatie voor de vaccinatie de toestemming van den betrokkene als conditio sine qua non moeten aanvaarden. In verschillende landen zijn de bepalingen betreffende de vaccinatie dan ook op dit principe gebaseerd. Belangwekkend is het daartegenover te zien, dat in andere staten, voornamelijk die, waar een sterk nationaal bewustzijn 399

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 53