opmarsch doet uitvoeren. De Fransche bestrijders van Moltke's veldheersgenie (I.M.T. 1936, Nr. 11, blz. 997), die hem een „entrepreneur de combats" noemden en dergelijke fraaiigheden meer, hebben die wijziging in de moderne veldheersfiguur niet begrepen, haar getoetst aan mannen als FRIEDRICH en NAPO LEON I en op dien grond Von Moltke minderwaardig geacht. Natuurlijk geheel ten onrechte en men vrage zich af, hoe hun oordeel wel zou hebben geluid over den gealliëerden Opperbevel hebber maarschalk Foch, wiens groote verdienste vooral is geweest de schepping van reserves en de coördinatie van de actie der verbonden legermachten, doch die in 1918 op den feitelijken strijd aan het Westfront weinig directen invloed heeft kunnen uitoefenen. Hierbij komt nog, dat Von Moltke niet de Opperbevelhebber was, doch de eerste raadsman van den Obersten Kriegsherr Koning WILHELM. Hoewel dus de feitelijke leider van het geheele oorlogsapparaat, kon hij slechts raad geven, doch zijn raad niet doorvoeren zonder dat ook een hoogere macht dat wilde. Zijn positie als leider in het Hoofdkwartier van den 73- jarigen koning, die vanwege zijn hoogen leeftijd moest worden ontzien, en met legeraanvoerders, die Von Moltke dikwijls niet begrepen of niet wilden begrijpen (zooals Von Steinmetz, de commandant van het Ie leger, wiens herhaalde ongehoorzaamheid aan de gegeven bevelen deels op „strategische lafheid", maar voor een ander deel op karaktergebreken grondde), was dan ook uiterst moeilijk. Alleen een man van de kracht en karaktergroot heid van Von Moltke kon ondanks al die remmende invloeden toch zijn taak volbrengen. Zeer mooi schetst Hoenig Moltke's positie vóór den slag bij Gravelotte (24 Stunden Molkescher Strategie. Frits Hoenig, 352 Hohenlohe, Strategische Briefe, I, blz. 258 e.v. typeert 's veldheeren proefarbeid als volg „Der strategische Aufmarsch ist die Versammlung des Heeres zu dera „Zweck, um die feindliche Kriegsmacht mit Aussicht auf Erfolg an „dem entscheidenden Punkte zu treffen und zugleich die Basis des „Heeres vor dem Feinde zu schützen. „Er ist die Krone, die Hauptsache in all' und jeder Strategie". „De dagen van 17 en 18 Augustus waren de zorglijkste, maar ook „de grootste in het leven van den Stafchef te velde, omdat hij toen- „maals met moeilijkheden en gevoeligheden had te strijden, den eigen „aard en het aanzien had te ontzien van ongetwijfeld verdienstelijke „mannen die den veldmaarschalk niet steeds begrepen, terwijl hij „tegelijkertijd alles wilde en moest vermijden, wat zijn Koninklijken „Heer kon ontstemmen en een ernstig conflict kon ontketenen juist „op dat tijdstip, waarop de operatiën tot eene tactische beslissing „rijpten. De prikkelbaarheid had tot den 18 Augustus ingevolge vroe- „gere gebeurtenissen, tekortkomingen, en den dadendrang van het com-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 6