417 IV. Slotbeschouwing. Op welke wijze kunnen wij nu ons voordeel doen met de bij de „Service Géographique" opgedane ervaringen Een stellingoorlog in grooten stijl zooals het westelijk front ons te zien heeft gegeven, kan hier uitgesloten worden geacht. Het op groote schaal vervaardigen van „plans directeurs" en „Canevas de tir" zal dus hier niet plaats vinden. Toch moet o.i. de mogelijkheid niet uitgesloten worden geacht, dat voor sommige beperkte gebieden dergelijke kaarten noodzakelijk blijken deze samen te stellen tijdens den oorlog lijkt, met het oog op de zeer beperkte formatie van den topografischen dienst, waarvoor geen reserve aanwezig is, en den waarschijnlijk geringen beschikbaren tijd, uitgesloten. Men zal dus in vredestijd reeds zooveel mogelijk deze werkzaamheden moeten voor bereiden. Voor de „Canevas de tir" is zulks al zeer eenvoudig. De herzienings brigades op Java beschikken nml. over een schat van voor de artillerie van belang zijnde gegevens. Deze gegevens bestaan uit de coördinaten en hoogten van bijna alle, in de polygoonmetingen opgenomen, vaste terreinpunten langs de wegen. Voorts kunnen tal van zulke punten worden ontleend aan de landrenteminuutplans op 1 5.000. Deze gegevens te zamen met die van het bestaande triangulatienet kunnen worden opgenomen in coördinaten- registers en ter beschikking van de batterijen worden gesteld, in de eerste plaats voor die terreinen, welke uit een oogpunt van defensie van belang zijn. Voor de „plans directeurs" zou in oorlogstijd kunnen worden beschikt over de zooeven genoemde landrenteminuutplans op schaal 1 5.000, welke een zeer nauwkeurige afbeelding van het terrein geven. Een nadeel van deze plans is, dat ze geen tranches bevatten en dat daarop niet voorkomen wegen, welke (inclusief bermen, afwateringsslooten of grensafscheidingen) minder dan 2 m breed zijn benevens waterleidingen van minder dan 3 m breedte. Voorts bestaan geen landrenteminuutplans van particuliere lan derijen en erfpaehtsperceelen. Hoewel de schaal van deze plans (1 5.000) te groot is om ze in het terrein te gebruiken, zouden ze benut kunnen worden als studiekaart, als kaart voor het aangeven van vuurplans en opruimingen e.d. Door het nemen van een calque en lichtdrukken kunnen ze op een voudige wijze snel worden vermenigvuldigd. De tranches kunnen worden overgenomen van de 1 50.000 kaart. Hoewel dus de landrenteminuutplans niet overal en altijd benut kunnen worden, verdient het toch aanbeveling met de aanwezigheid er van rekening te houden daar ze in vele gevallen goede diensten zullen kunnen bewijzen. Voorts zou kunnen worden overwogen om voor sommige, speciaal aan te geven terreinen en terreinstrooken van zeer g'rcot belang, uitsluitend voor militair gebruik en dus niet beschikbaar voor verkoop aan het publiek kaarten op 1 20.000 of 1 25.000 samen te stellen. Deze kaarten zouden dan voor die gebieden tijdens den oorlog de basis kunnen vermen voor eventueel benoodigde „plans directeurs". Het behoeft geen betoog, dat dergelijke kaarten ook in vredestijd voor het uitwerken van operatieplans, memories, verbindingsschema's enz. van groote waarde zijn. Bij de herzieningsbrigades op Java wordt reeds beschikt over 1 25.000 z.g. liggerbladen, waarop alle benoodigde kaartgegevens voorkomen behoudens de tranches, welke alleen zijn aangegeven op de plaatsen waar ze wegen, rivieren e.d. snijden. Deze liggerbladen dienen uitsluitend als tusschen- schakel voor het samenstellen der detailbladen op 150.000. Ze zouden met geringe aanvulling (tranches) kunnen worden gebruikt voor de reproductie van militaire kaarten voor bovenbedoelde zeer belangrijke gebieden. Er is dus goed kartografisch materiaal genoeg en we beschikken over gegevens in overvloedalleen zijn die bronnen nog niet geëxploiteerd en ten behoeve van de defensie productief gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 71