419 6. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Tactiek. Pantserafweer. De Eng. Gnl. St. heeft besloten in 1937 de inf. sectie met een pantser- afweer-geweer uit te rusten, dat op den gevechtstrein wordt medegevoerd (M.W. Febr. 1937 nr. 30). Naar de Daily Telegraph meldt, zal in 1937 elke Eng. inf.div. 36 pantserafweerkanonnen hebben volgens Gnl. Temperley is dit te weinig minstens noodig 48 stuks. Duitschland heeft er 60, Frankrijk én Italië slechts 3032. Elke Eng. inf. sie. zal echter een anti-tankgeweer hebben, zoodat de div. beschikt over 36 anti-tankkanonnen en 144 anti- tankgeweren. (M.W. 1937, nr. 29). Vechtwagen contra afweergeschut. Luit. Hofmann geeft in D. Wehr van Jan. '37 Heft 4 aan, hoe naar zijn meening vewn. tegen ianti-tankgeschut moeten optreden. De vew. kan succes verkrijgen door snelheid (verrassing) en vuurkracht. De gunstigste schootsafstand voor een vew. ligt aanmerkelijk lager dan die van het afweergeschut (600 m). Toch moet zoowel de vuurkracht als de snelheid ten nutte worden gemaakt. Het is echter niet voldoende om telkens van richting veranderende, of wel rechtstreeks op het geschut in te rijden en daarbij zoo snel mogelijk te vuren. Nog minder is succes verzekerd, wanneer de geheele sectie halt houdt om stilstaande het afweergeschut te bestrijden. S. denkt zich de oplossing als volgt Een of twee vewn. houden in front halt, wanneer de opstelling van het antitankgeschut goed is verkend. Bij voorkeur kiezen zij een zoodanige opstelling, dat de vijand niet meer dan den toren van de tanks kan waarnemen De rest van de sie. rijdt al schietende, zoo snel mogelijk verder, waarbij door de sie. een zoo breed mogelijk front wordt ingenomen. Hiermede wordt het volgende bereikt De bediening van het afweergeschut wordt voor de vraag gesteld, of de stilstaande steeds vurende vew(n). dan wel de steeds naderende tanks moeten worden bevuurd. De eerste oplossing is moeilijk, wanneer de tanks goed gedekt zijn opgesteld, terwijl aan de rijdende tanks gelegenheid wordt gegeven zonder moeite, op gunstigen schootsafstand in de flank van de opstelling te komen. Meestal zal de cdt. van het afweergeschut echter de tweede oplossing kiezen. Het zal dan een kwestie van tijd zijn, wanneer de bediening van het geschut ten offer valt aan het goed gerichte en goed waargenomen vuur van de wapens der vewn. (hieraan ware toe te voegen of wanneer de vew. door het anti-tankgeschut wordt getroffen). Het afweerwapen zal niet kunnen verhinderen, dat de in front stilstaande vewn. blijven schieten terwijl het afweergeschut zijn flank moet toonen om de aanvallende vewn. te bevuren. Het betoog van den S. komt dus eigenlijk hierop neer, dat een gedeelte van de aanvallende vewn. in front blijft en de rest omvat. Tegen deze oplos sing zal wel niemand bezwaren hebben. Pantsertactiek. Gnl. Eimannsberger geeft in M.W. van Jan. '37 nr. 27 de volgende mee ningen weer betreffende pantsertactiek. Materieel. 1. Vewn. hebben slechts recht van bestaan, wanneer zij bescherming ver- leenen tegen alle zuivere inf.wapens en zij door hun bewegelijkheid de art. in het onzekere kunnen laten omtrent hun juiste plaats. 2. Onder zuivere inf. wapens ook te verstaan tankgeweren en tankbuksen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 73