427 Veel mu. is van meer belang dan veel geschutvooral in den bewegings oorlog zijn in elke fase een juiste „munitie-tactiek" en een verzekerde aan vulling van het hoogste belang. Mj. Lattmann (M.W. 33. Infanterie und Artillerie) is van meening, dat gepantserde eenheden, evenals reserves, slechts één maal kunnen worden ingezet zoodat de art. ook in de naaste toekomst het middel voor den aan voerder is, om zijn wil tot uiting te brengen. Naast de doelen, welke de art. op last van den laagsten aanvoerder, den div.cdt. heeft te bestrijden en welke het optreden van de inf. slechts indirect beïnvloeden, dient zij ook de weerstanden te breken, welke rechtstreeks invloed uitoefenen op het optreden van de inf. In het feit, dat de voor de hand liggende oplossing, zoowel den div.cdt. als den lageren cdtn. organiek de beschikking te geven over art., niet alleen uit een oogpunt van economisch gebruik der middelen theoretisch onaanvaardbaar is en ook practisch, daar de div.cdt. in oogenblikken van crises steeds alle beschikbare middelen op het gevaarlijkste punt zal inzetten en derhalve ook de t.b.v. lagere cdtn. staande art,, ziet S. een der oorzaken van het falen van de samenwerking inf.-art. Merkwaardig is zijn uitlating, dat afd.- en bij .cdtn., die bezig zijn met de verleening van naar hun inzichten momenteel onontbeerlijken recht- streekschen steun aan de inf., de plicht hebben desnoods tegen de bevelen van den div.cdt. te handelen, indien de opvolging daarvan verdere steun- verleening onmogelijk zou maken, niettegenstaande gelijk S. toegeeft de reden van de opdracht van den div.cdt. uiteraard niet bekend zal zijn! Uit het Rapport au Ministre, voorkomende in de uitgave 1936 (druk 1937) van de Instruction sur l'emploi tactique des Grandes Unites blijkt, dat de naam tir d'appui direct is gewijzigd in tir de soutien immédiat, daar de oude benaming veelvuldig de onjuiste meer.ing deed postvatten, dat grou- pements d'appui direct slechts tirs d'appui direct zouden mogen afgeven, terwijl deze groupements ten rechte alle vuren moeten uitvoeren, welke door de gesteunde troepeneenheid of de gevechtsleiding worden opgedragen. De tactische vuursoorten en groepeeringen worden behandeld in de ptn. 235 t/m 237 en 398 t/m 402 van het voorschrift. Uit pt. 401 blijkt, dat de tirs de protection niet anders zijn dan een verlengstuk van de tirs de soutien immédiat, terwijl de ptn. 236 en 237 aangeven, dat de genoemde vuren niet alleen ten behoeve van de inf. doch ook ter bescherming van eventueel haar steunende vewn. worden afgegeven. S amenw erking infanterie - artillerie M.W. 28 bevat een overzicht van een in de Riv. de Fanteria verschenen artikel over de samenwerking. Op moreele gronden en blijkbaar zonder de practische moeilijkheden aan te voelen, ziet de It. S. de ideaaloplossing voor de toekomst in een all-round officier. Wat de materieele zijde van het vraagstuk betreft, dient de div.art. het aanvalsterrein in te kooien door vuur op de flanken, de voorzijde en aanvankelijk ook op de achterzijde van het aanvalsterrein, waar het tijdens het door de inf. doorschrijden van de laatste paar honderd meter wordt vervangen door steun van vewn. Der halve geen samenwerking inf.-art. meer, doch de nog moeilijkere coördinatie van inf., art. en vewn. De aan het vorengenoemde denkbeeld omtrent een all-round officier ten grondslag liggende gedachte, dat het wapenonderscheid dient te vervallen, is terug te vinden in het betoog van Frontkritikus in Über das Zusammen- wirken voor Infanterie und Artillerie (D.W. Jan. en Feb.). Het inf.geschut en het gs. voor onmiddellijken steun hooren volgens S. thuis in de gele deren van de inf., die deze wapens ook moet bedienen niet de wapensoort bepaalt, tot welk wapen de bediening behoort, maar het troepenverband waarin zij strijdt. Zoo zal er op den duur steeds minder materieel zijn, dat speciaal en alleen tot een bepaald wapen behoort. Ook de gepantserde strijd-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 81