430 Ook t.a.v. de verdediging van het landfront van Singapore tegen aanvallen van vijandelijke grondstrijdkrachten van de landzijde, baart men zich niet veel zorgen. Anders is het gesteld met de verdediging van de vlootbasis tegen lucht strijdkrachten, waarover men minder optimistisch is gestemd vooral is men bevreesd voor luchtaanvallen met land-bombardementsvliegtuigen, steunende op daartoe reeds in vredestijd in het geheim voorbereide vliegvelden, welke zoodanig zijn gelegen, dat Singapore binnen het werkingsbereik van deze bommenwerpers valt. In verband hiermede wordt gewezen op het streven van Japan om in het gebied van Johore en in Siameesch Malakka verschillende concessies te verkrijgen voor de ontginning van aldaar aan wezige ertsende opgegeven bedoelingen worden in twijfel getrokken. Aanvallen op Singapore met bombardementsvliegtuigen, over land komende, worden daarom zoo gevaarlijk geacht, omdat de lucht boven het schiereiland van Malakka vaak met wolkenbanken is bedekt, welke een ongezien naderen van deze vliegtuigen in de hand werken en een bestrijding met luchtafweer - middelen op den grond (ld.geschut, enz.) bemoeilijken, terwijl bovendien de vitale onderdeelen van de vlootbasis (dokwerken, wal-inrichtingen, a.a.) bezwaarlijk op doelmatige wijze zijn te maskeeren. Voorts zijn de hulpmid- delen van aëronautischen aard in de iaatste jaren zoodanig verbeterd, dat luchtaanvallen zullen kunnen worden uitgevoerd onder atmosferische om-, standigheden, welke nog gedurende den wereldoorlog als hinderpalen zou den hebben gegolden. Met nadruk wordt gewezen op de buitengewone kwetsbaarheid van boven- grondsche olietanks tegen luchtaanvalleneen vernieling hiervan door vlieg tuigbommen zal afgezien van de desastreuze gevolgen, welke een brand van de enorme olievoorraden voor de vlootbasis zelf zou veroorzaken eveneens de brandstofvoorziening van de vloot in gevaar brengen. Ook de mogelijkheid voor den vijand om de vitale inrichtingen van de vlootbasis met behulp van mosterdgasbommen buiten werking te stellen wordt aangestipt. Tenslotte wordt er op gewezen, dat een luchtaanval op Singapore, met de bedoeling dit als vlootbasis onbruikbaar te maken, veelal niet als een op zich zelf staande actie zal worden uitgevoerd, doch als regel gepaard zal gaan met een blokkade ter zee. In dit verband wordt de aandacht gevestigd op de Japansche activiteit betreffende de oprichting van visscherij-bedrijven op de in de nabijheid van Singapore liggende eilanden, welke op deze wijze gelegenheid bieden om als bases te dienen voor duikbootenactie bij een ingestelde blokkade van de vlootbasis. De conclusie is dan ook„that the only chance of military succes against Singapore (is) the establishment of aerodromes within bombing range, together with refuelling points near by for submarines and, simultaneously a naval blockade." En tenslotte„If a land approach by aircraft were feasible, Singapore would be a gift for the bomber." v. G. Luchtbescherming. Wet betreffende bescherming tegen luchtaanvallen (Ned. stbl. 1936, nr. 302) Een zeer handige uitgave, waarin men door de aanwezigheid van mar ginale aanteekeningen en het alphabetisch regster spoedig iets kan opzoeken. Eveneens zijn opgenomen de beide Kon. Bn. ter uitvoering van de wet (K-B. van 22 Sept. 1936, stbl Nr.386 en K.B. van 15 Aug. 1936. stbl. nr 347) en ae circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan Burge meester en Wethouders der onderscheidene gemeenten, dd. 25 September

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 84