436
Ad. II. Air Corps Tactical School. Aan deze school worden cursussen
gegeven aan beroepsofficieren teneinde hen geschikt te maken voor het
bekleeden van functies in de verschillende commando's en staven bij de
onderdeelen van de luchtstrijdkrachten. De duur van deze cursussen bedraagt
9 maanden waarin zoowel de tactiek en techniek van de luchtstrijdkrachten
als van de andere wapens worden behandeld.
Ad. III. Air Corps Engineerbig School. De aan deze school gegeven
cursussen duren 1 jaar daarin worden de leerlingen opgeleid voor de
leidende functies bij den technischen dienst der luchtstrijdkrachten.
Ad. IV. Air Corps Technical School. Aan deze school worden zoowel
cursussen gehouden voor officieren als voor beroepsmilitairen beneden dien
rang. De officieren kunnen zich hier o.m. specialiseeren in bewapening,
fotografeeren en verbindingsdienst terwijl de militairen beneden den rang
van officier opgeleid worden tot monteur, lasscher, valschermvouwer, bewa
peningsmonteur, fotograaf, radio-telegrafist, radiomonteur of magazijnmeester.
Een beperkt aantal uitblinkende luchtvaartofficieren wordt tenslotte
aangewezen voor het volgen van colleges in meteorologie, economie dan
wel luchtvaartkunde aan eenige hoogescholen zooals de Massachusetts
Institute of Technology, het California Institute of Technology en de Har
vard university.
Deutsche Wehr 21 Januari 1937. Povulariseering van de vliegsport in
Frankrijk. De Fransche luchtvaartminister Pierre Cot heeft verschuilende
maatregelen genomen om de animo voor het vliegen onder de Fransche
jeugd aan te moedigen. De bestaande vliegclubs zullen hiertoe afzonderlijke
afdeelir.gen vormen voor de „Volksvliegsport". In de eerste plaats zullen
jongens van 9—21 jaar kosteloos worden onderwezen in den bouw van
vliegtuigmodellen, daarna in het zweefvliegen en het vliegen met vlieg
tuigen met motor. De deelname is vrijwillig doch de clubs moeten alle
jongelui aannemen, die zich aanmelden en aan de gestelde eischen voldoen.
Daartegenover stelt het luchtvaartministerie de noodige vliegtuigen en
bedrijfsstoffen ter beschikking van de clubs terwijl het tevens zorg draagt
voor de verzekering der vliegers. Ook ligt het in de bedoeling beurzen
beschikbaar te stellen voor leerlingen, die blijk geven een bijzonderen
aanleg voor het vliegen te bezitten.
De vliegtuigbewapening. M.S. Februari 1937 „De bewapening van vlieg
tuigen" door kol. J. J. v. Santen, Lm. 1937 Nr. 1 (Februari). „De bewa
pening van jachtkruisers" door kap. Giebel.
De verschijning op de in November van het vorige jaar gehouden XVe
Parijsche Luchtvaarttentoonstelling van de bekende Fokker G 1 heeft eenige
schrijvers naar de pen doen grijpen teneinde na te gaan of door de invoering
van dit vliegtuigtype door Mj. Zegers „jachtkruiser" genoemd de jager
zijn vroeger overwicht op de bommenwerpers zou kunnen herwinnen. Zooals
bekend, is vooral in de laatste jaren dit overwicht belangrijk afgenomen
t.g.v. het sterk toegenomen afwerend vermogen van de moderne bombar
dementstoestellen en het geringe snelheidsverschil tusschen de moderne
jagers en de nieuwste bommenwerpers (zie ook I.M.T. 1936 Nr. 8 blz. 786).
Kol. v. Santen geeft een uitgebreid overzicht van de ontwikkeling van
de offensieve (vaste) jagerbewapening en de defensieve (beweegbare) be
wapening der bommenwerpers waarbij de voor- en nadeelen van beide
worden besproken. S. komt daarbij tot de conclusie, dat t.g.v. de sterk
toegenomen snelheid van de bcmmenwerpers het schieten met de defensieve
mitrailleurs in sterker mate wordt bemoeilijkt dan het schieten met de
offensieve mitrailleurs omdat
le. door de grootere snelheid grootere correcties noodig zijn, waardoor
grootere fouten ontstaan, hetgeen weer ten gevolge heeft dat de trefkans