440 De Jap. openbare meening werd geheel beheerscht door de gevolgen van de parlementontbinding. Verwachten de groote politieke partijen, dat zij versterkt in het Lagerhuis zullen terugkeeren en daar het ministerie tot heengaan zullen dwingen, aan regeeringszijde hoopt men op een meerderheid te mogen rekenen, bestaande uit de kleine uiterst rechtsche partijen en een nieuw op te richten groep, welke alle leden der groote partijen Minseito en Seiyukai omvat, die niet langer in de oppositie willen blijven. Een leider voor deze groep schijnt nog niet te zijn gevonden. Intusschen zitten ook de uiterst linksche partijen niet stil, doch de regeering slaat haar actie nauwlettend gade pogingen, om te geraken tot een volksfront, werden door haar verijdeld. De allesbeheerschende vraag is echter, wat het ministerie zal doen, indien het ook in het nieuwe parlement niet over een meerderheid beschiktheengaan of den rijksdag opnieuw naar huis doen sturen. In Br.-Indië leidde het overleg tusschen de Congrespartij en de regeering nog niet tot resultaten. De overvallen in de N.W. grensprovincie volgden elkaar met steeds grooter snelheid op. Gaven de reeds uit Nov. 1936 dateerende berichten aanvankelijk den indruk, dat er slechts sprake was van plaatselijke gebeurtenissen, thans blijkt duidelijk, dat geheel Waziristan in opstand verkeert, zij het ook, dat de bevolking zich nog niet algemeen daarbij heeft aangesloten. Zij zal dit echter ongetwijfeld doen, indien de opstande lingen successen behalen dan wel overwinningen aan Br. zijde uitblijven. Dit, alsmede het feit, dat de opstandige benden als regel 1000 a 2000 man sterk zijn, verklaart den grooten troepeninzetreeds zijn een viertal ge mengde brigaden derwaarts gezonden. Ook in Palestina bleef het roerig terwijl in een ander mandaatgebied, het voormalige Duitsche Z.W. Afrika, de mandataris zich genoodzaakt zag, maatregelen te nemen om een einde te maken aan den onaanvaardbaren invloed, welken daar op den duur dcor de D. nat. soc. groepen dreigde te worden uitgeoefend. Uit Sp. werden nieuwe successen der regeering gemeld uit de omgeving van Madrid (dat thans door de burgerbevolking wordt ontruimd), Granada en Toledo, terwijl de nationalisten, gesteund door de vloot, welke de noord kust blokkeert, belangrijke vorderingen maakten in de richting van Bilbao. Genoemde blokkade gaf aanleiding tot vele incidenten. Het merkwaardige daarbij is, dat, hoewel de regeering van gnl. Franco niet door Eng. en Fr. wordt erkend, het door haar opgeëischte gezag over het zeegebied zij het op grond van de Eng. opvattingen terzake slechts over een breedte van 3 instede van 6 mijl, zooals door Sp. steeds aangenomen stilzwijgend wordt aanvaard, terwijl t.a.v. de witte vloot nimmer de uit de niet-erkenning voortvloeiende uiterste consequentie is getrokken, dat zij bestaat uit mui tende schepen, welker handelingen gelijk zijn te stellen met zeerooverij, hetgeen een ieder het recht geeft, deze schepen onmiddellijk te vernietigen. Getuigen vorenstaande opvattingen van een, sedert het'conflict in Ethiopië, groeienden zin voor de realiteit, het is duidelijk, dat zij even zoo vele aan grijpingspunten vormen voor het doen van verwijten betreffende partijdig heid. Voorts werden berichten gepubliceerd betreffende een compromis tus schen de strijdende partijen, welke slechts van nat. zijde werden tegen gesproken, terwijl de juistheid bleek van het aan Valencia toegeschreven aanbod aan Eng. en Fr. betreffende afstand van een deel der bezittingen in Afrika in ruil voor het verleenen van steundeze voorstellen werden met verontwaardiging van de hand gewezen. Als tegenhanger deed het gerucht de ronde, dat Eng. zich v/el zou blijven verzetten tegen D. invloed in Sp. hetgeen de tanende D. belangstelling zou moeten verklaren doch It. de vrije hand zou laten. Een dergelijke toezegging komt echter wel zeer onwaarschijnlijk voor en is moeilijk te vereenigen met de Fr. belangen bij een ongestoorde verbinding met N. Afrika en de waarde van het Eng. bolwerk Gibraltar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 94