542 hebben wij de centrale cursussen voor gastechnici, gasmedici en gasinstruc- teurs in Bandoeng, hetgeen eveneens een juiste stap in de goede richting is. Buitenland. De president van den Duitschen Luftschutzbund verklaarde,, dat het doel om het geheele Duitsche volk vertrouwd te maken met de lb. gedachte thans, na jaren werken, wel is bereikt. Het wordt nu zaak om door vele cursussen de practijk verder te ontwikkelen. Het ledenaantal van den bond bedroeg op 1 Januari 1937, 12.000.000. Bescherming van de. bevolking tegen luchtaanvallen door A. Burgdorffer kapitein der Genie en G. J. Sas kapitein van den Generalen Staf, beiden werkzaam aan het Departement van Defensie. Schrijvers geven een beknopt overzicht betreffende de wordingsgeschiedenis van de wet betreffende bescherming tegen luchtaanvallen en den tekst dier wet, terwijl daarachter de tekst der wet is opgenomen, waarbij de bezwaren en opmerkingen van de zijde der Staten-Generaal, met de desbetreffende antwoorden der Regeering, zijn bijeengebracht in aanteekeningen, geplaatst bij de verschil lende artikelen. Aldus is er naar gestreefd een duidelijk beeld te geven van de bedoelingen van den wetgever, zoowel met betrekking tot den opzet als ten aanzien van de interpretatie van de bewoordingen der wet.. Een beknopte en zakelijke handleiding aan het slot is een alphabetisch. register opgenomen. In het tijdschrift „De Ingenieur" Januari-aflevering 1937 is opgenomen de tekst van de voordracht „Algemeene beginselen van luchtbescherming", door Kap. J. H. van Riesen voor een afdeeling van het Kon. Inst, van Ing. gehouden. S. vangt aan met te zeggen, dat het vraagstuk van de luchtbe scherming tal van zijden heeft nml. strategisch, tactisch, volkenrechtelijk, staatsrechtelijk, technisch, economisch, humanitair, stedebouwkundig enz.;: alle geledingen van de maatschappij zijn er bij betrokken. Hij kan zich dan ook slechts bepalen tot het geven van richtlijnen. Vervolgens geeft, hij een definitie van luchtbescherming en behandelt hij het luchtgevaar en hetgeen daartegenover kan worden gesteld. Luchtbescherming zoo zegt S. zeer juist, is geen daadwerkelijke militaire afweer van het luchtgevaar, maar een passief organiseeren van bescher mende maatregelen, een nauwe samenwerking tusschen overheid en bevolking om met menschlievende middelen het gevaar te beperken. Het luchtgevaar dringt zich onverbiddelijk op, in het bijzonder voor het dicht bevolkte, ondiepe Nederland. Het is vooral een psychologisch gevaar, men moet er moreel sterk tegenover staan. Dit kan alleen geschieden als èn overheid èn bevolking zelf eensgezind goed doordachte maatregelen voor bereiden en verwezenlijken. Vormen de van overheidswege georganiseerde en volgens een stelselmatig opgezet plan genomen voorzieningen den bolster van alle luchtbescherming, de maatregelen, te nemen door de bevolking zelf de gezinsbescherming vormt de kern. Luchtbescher ming is dringend noodig in Nederland en ook mogelijk, mits de bevolking, in welbegrepen eigen belang daadwerkelijk medewerkt en zich de gevaren realiseert. Voor iederen intellectueel is een belangrijke taak bij de organi satie weggelegd. Om een definitie van de luchtbescherming te geven, zou men kunnen zeggende luchtbescherming is een systeem van passieve maatregelen, voor te bereiden, te organiseeren en onverhoopt uit te voeren door overheid en burgerij gezamenlijk, met het doel, de kans op luchtaanvallen te verminderen en de gevolgen van eventueele aanvallen te beperken. Dit is de uiterlijke beteekenis van de luchtbescherming. Vooral echter legt S. den nadruk op de innerlijke beteekenisde luchtbescherming heeft voor namelijk ten doel, de weerlooze bevolking zooveel weerstands- en uithou dingsvermogen te geven, dat deze het luchtgevaar kan doorstaan, zonder- dat demoralisatie en paniekstemming ontstaan. De voordracht is een lezing (bestudeering) overwaard. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 105