549
„Bijdrage tut de kennis der werking van dichloordiaethylsulfide (mosterd
gas) op de blanke en meer ge-pigmenteerde huid". Academisch Proefschrift
ter verkrijging van den graad van Doctor in de geneeskundige door J. P.
van der Schroeff, Officier van Gezondheid 2e klasse K.N.I.L. Uitgave N.V.
Maatschappij Vorkink-Bando eng -Java 1937.
Zooals bekend werd tot voor kort als vaststaand feit aangenomen, dat de
huid van tot de gekleurde rassen behoorende personen meer resistent zou
zijn tegen de inwerking van mosterdgas, dan die van blanken. Deze opvat
ting, die eensdeels berustte op waarnemingen, tijdens den wereldoorlog
gedaan, anderdeels op onderzoekingen van den Amerikaan Marshall e.a.
is gebleken onjuist te zijn. Integendeel, de zeer nauwkeurige proeven,
door Van der Schroeff thans genomen, hebben aangetoond, dat meer gepig-
menteerde personen in vele gevallen ernstiger afwijkingen vertoonen dan
de weinig gepigmenteerden, hetgeen vooral duidelijk is op den 3en dag of
later na de applicatie van het vergif.
Verder is, overeenkomstig de bevindingen van andere onderzoekers, door
v.d. Schroeff experimenteel het bewijs geleverd, dat vochtige en ontvette
huid veel heftiger reageert op het opbrengen van een geringe hoeveelheid
mosterdgas, dan droge en normale huid.
Ook de dikte en de samenstelling van de, de huid bedekkende, vetlaag
schijnt van belang te zijn, want worden de proeven gedaan bij menschen
waarvan de huid is ingevet, dan zijn in het algemeen de aanvankelijke
reacties minder heftig dan die, waargenomen bij normale niet door een
vet- of oliefilm bedekte huid.
Bovendien is de plaats, waar het yperiet wordt aangebracht blijkbaar
van belang, want handpalmen en voetzolen vertoonen een relatief groote
resistentie tegen mosterdgas, terwijl lichaamsplooien er extra-gevoelig voor
zijn.
De proeven met deze gevaarlijke stof werden gedaan in het uitstekend
ingerichte Medisch Gaslaboratorium, waarbij de bewerker zich de zeer groote
ervaring op het gebied der chemische strijdmiddelen van het hoofd dier
instelling, Dr. J. Visser, ten nutte heeft kunnen maken.
Vooral uit een militair medisch oogpunt bezien, zijn de onderzoekingen
van v. d. Schroeff belangrijk en daarom kan de lezing van het smaakvol
uitgevoerde proefschrift iederen officier van gezondheid warm worden
aanbevolen.
Bulletin International des Services de Santé des Armées de Terre, de
Mer et de l'Air, Avril 1937, nr. 4. Philosophic et guerre totale" 'door
Raymond Delpérée.
4 April j.l. heeft Generaal Ludendorff zijn volgelingen in een toespraak
weer eens kond gedaan hoe hij zich voorstelt dat de toekomstige oorlog
worden moet, een oorlog zonder wetten, zonder erbarmen, waarin alles
geoorloofd is om het gestelde doel te bereiken.
Hoe is groei en ontwikkeling eener dergelijke mentaliteit mogelijk, vraagt
de schrijver zich afde verwerping van het Christelijk beginsel impliceert
immers niet zonder meer een verloochening van alle Christelijke deugden,
vruchten eener over eeuwen verkregen, zuivere menschelijke beschaving.
En dan gaat hij verder met in zijn beschouwingen de wegen uit te
stippelen waarlangs een dergelijke, alle beschavingsbeginselen trotseerende,
vernietigingsmentaliteit de groote massa bereikt, er in doordringt en haar
vergiftigt.
Daartegenover schildert hij het heilzame werk, door het Roode Kruis
en het Office International de Documentation de Médecine Militaire in het
belang der beschaving en tot heil der noncombattanten in geval van een
toekomstigen oorlog verricht.