de Moezel te brengen. Dit verzoek kruiste een directive van Von
Moltke, waarbij de Prins weder de vrijheid van handelen over
al zijn korpsen terugkreeg, en hij den indruk ontving, dat Bazaine
reeds ver op den weg naar Verdun was gevorderd.
Aldus waren er drie meeningenVon Moltke meende, dat
Bazaine in afmarsch was naar Verdun, hoewel nog niet ver
gevorderd, zoodat er alle reden was om met sterke troepen naar
den weg Metz—Verdun op te helderen; de Prins meende, dat
Bazaine reeds was ontkomen, zoodat een snelle opmarsch naar de
Maas geboden was de commandant van het III A.K. meende
en hij kende de nauwe brugdefilé's binnen de vesting op zijn
duimpje dat Bazaine's troepen nog een chaos in en ten Westen
van de vesting vormdenen hij had gelijk.
Het van de andere sterk afwijkende inzicht van den Prins gaf
volgens Hoenig (Darstellung der Strategie, blz. 28) blijk van een
onjuiste opvatting van de factoren tijd, ruimte en colonnelengte.
Hoe dit ook zij het III A.K. kreeg toestemming de rivier te
overschrijden, zoo dat het den 16en Augustus Mars la Tour kon
bereiken op den weg van Metz naar Verdun het X A.K. stond
West van Pont a Mousson en zou 16 Augustus naar St. Hilaire
(NW. van Mars la Tour) oprukkenhet Garde A.K. iets meer
Zuid, enz. enz., zoodat van het geheele He Leger hoogstens twee
korpsen den 16en Augustus Bazaine's marschweg konden bereiken.
Wat een kans voor de Franschen En toch luidde Von Moltke's
directive van 15 Augustus, te 18.30
,,De vruchten van de overwinning van 14 Augustus zijn
„slechts te plukken door een krachtig offensief van het II
'Leger tegen de wegen van Metz, zoowel over Fresnes als
„Etain, naar Verdun".
Maar Prins PRIEDRICH KARL was gevangen in de idee, dat
Bazaine al zoo veel voorsprong had genomen, dat uit eene
ombuiging van het geheele lie Leger naar het Noorden slechts
vertraging kon voortvloeien.
VionvilleMars la Tour.
Het verloop van den bloedigen slag van 16 Augustus, waai bij
het Duitsche III A.K., de 5e en 6e Cav.Div. en ten slotte het X
A.K. in strijd kwamen met Bazaine's geheele leger, was als volgt
Den 16 Augustus te 12.00 ging Von Alvensleben met het III
A.K. ten aanval op vijandelijke bivaks bij Vionville en Rézonville,
welke later bleken de meest Westelijk gevorderde afdeelingen van
Bazaine's gansche leger te vormen, en wierp die troepen naar
het Noorden terug. Te 14.00 was hij met zijn korps en een Cav.
Divisie in zwaar gevecht tegen overmachtige Fransche krachten,
toen het X A.K. ter hulp snelde. Ten slotte kwamen ook nog
enkele deelen van het IX en VIII A.K. in gevecht en behielden
de Duitschers het slagveld, volkomen uitgeput en zonder nog eene
afdeeling in reserve.
456