Verliezen der Duitschers 15800 man, Franschen 13700 man. Prins FRIEDRICH KARL was te 15.40 op het slagveld aange komen, na in een opmerkenswaardige hippische prestatie in één uur de 24 km te hebben afgelegd, welke zijn hoofdkwartier van het slagveld scheidden, en had daar met de van hem bekende energie het gevecht verder geleid. Ongetwijfeld komt echter de grootste lof toe aan den generaal Von Alvensleben, commandant van het III A.K., niet omdat zijn inzicht in den toestand werd bewaarheid, maar omdat hij met ontembaren moed en energie, wetende dat hij met Bazaine's gansche leger te strijden had, en niet wetende wanneer en van waar hij op ondersteuning kon rekenen, töch tot den aanval is overgegaanen dat wel op een zoo krachtige en beslissende wijze, dat hij na den slag aan Bazaine de overtuiging heeft gesuggereerd, dat hij met zeer sterke Duitschc troepen in strijd was geweest. Dat was Von Alvensleben's initiatief, en zijn groote verdienste Dat was de gelukkige inzet voor de slagen van Gravelotte en St. Brivat op 18 Augustus, welke over het lot van Bazaine's leger beslisten. (Wordt vervolgd 457 ORGAAN N. I. O. V. Met een portret van het Prinselijk Paar en een gelukwensch van de redactie, ter eere van den verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana, wordt het Aprilnummer geopend. W. J. Lucardie bespreekt het op 31 Dec. vervallen Verdrag van Washington. S. zegt terecht, dat niet veel kans op vernieuwing van het verdrag bestaat, zoodat dus rekening moet worden gehouden met uitbreiding van het aantal steunpunten in den Pacific. De oud Atjeh-officier „D" brengt enkele herinneringen uit den actietij d in Atjeh naar voren, met het doel de uitstekende kameraadschap te toonen, welke ook onder de soldaten heerschte. „t.M." beschrijft, hoofdzakelijk naar gegevens van de bevolking, die den strijd nog heeft medegemaakt, den ondergang van het vorstengeslacht van Kloengkoeng. (Bali 1908). Kap. P. H. van der Meer geeft het vervolg en slot van het artikel „Het geldelijk beheer eener militaire sociëteit." Luit. H. K. Messemaekers van de Graaff vervolgt het artikel „Lucht bescherming", waarvan het eerste gedeelte werd opgenomen in het Februari nummer. Kap. E. Engles behandelt het optreden van de marechaussee-veldpolitie in W. Java tegen het rampokkwaad en constateert terecht, dat de feiten geen aanleiding kunnen geven tot de, door enkele verslaggevers neerge schreven, meening, dat deze rampokterreur het gevolg zou zijn van mindere geschiktheid der marechaussee's voor voorkoming en bestrijding van dit kwaad. Na een korten inhoud van de op de jaarvergadering door den kap. A. J. Th. Boester te houden causerie over „Luchtbescherming" volgen de rubrieken „Mededeelingen van het hoofdbestuur", „Van de afdeelingen", „Verande ringen" en „Uit pers en periodiek". d. V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 14