Bij K.B. van 13 Juli 1909 (Stbl. nr. 271), tot wijziging van het
K.B. van 10 Juli 1907 (Stbl. Nr. 181), werden de wapens van het
Koninkrijk der Nederlanden en van den Koning der Nederlanden,
alsmede van de andere Leden van het Koninklijk Huis nader vast
gesteld en werden daarbij voor toevoeging aan de in de vooraf
gaande artikelen omschreven wapens J) weder dezelfde uitwendige
versierselen toegelaten als in het K.B. van 10 Juli 1907 (Stbl.
Nr. 181) art. 4 sub a, b en c werden vermeld, o.a. tot dekking
van het wapenschild weder de Koninklijke Kroon, gelijk aan die,
welke door Zijne Majesteit Koning Willem I op Zijn wapenzegel
is gevoerd geworden.
Bij K.B. van 13 Juli 1909 (Stbl. Nr. 271) werd het wapen van
H. K. H. Juliana, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van
Mecklenburg enz. enz. vastgesteld. Ook volgens dit staatsblad kan
tot dekking van het wapenschild de Koninklijke Kroon, gelijk
vormig aan die, bedoeld in artikel 3 sub a, aan het wapen worden
toegevoegd (met deze kroon wordt bedoeld die, welke door wijlen
Z.M. Koning Willem I op Zijn wapenzegel is gevoerd).
Uit het voorafgaande is af te leiden, dat zoowèl het wapen
van H.M. de Koningin als dat van H.K.H. Prinses Juliana gedekt
kunnen zijn met de Koninklijke Kroon, zooals deze door wijlen
Zijne Majesteit Koning Willem I op Zijn wapenzegel is gevoerd
geworden en welke in vorenstaande fig. is afgebeeld. Het is dus
aangewezen voor de kronen, welke boven de portretten van H.M.
de Koningin met H.K.H. Prinses Juliana worden aangebracht,
deze zelfde Koninklijke Kroon te kiezen en wat de uitvoering
daarvan betreft, af te gaan op de afbeelding, in bovenstaande fig.
voorgesteld.
Red.
459
nml. de wapens, welke door het Koninkrijk der Nederlanden, zoowel
als door H.M. de Koningin en Hare opvolgers, Koningen der Nederlanden,
verder door den Prins van Oranje, vermoedelijk erfgenaam van de Kroon
en door den Oudsten Zoon van den Prins van Oranje zullen worden gevoerd.