door den Khaiberpas en leverde in 326 v. Chr. slag aan de
Hydaspes (Dsjelam) toen hij naar het Gangesgebied wilde
trekken, weigerden bij de Hyphasis (Sutlaasj) zijn soldaten verder
mede te gaan en ging hij, den Indus stroomafwaarts volgende,
naar Pattala (Haidarabad)De Macedonische troepen, welke hij
bij zijn terugkeer naar het Westen in de Indusvlakte achterliet,
werden door den Hindoevorst Tsjandragoepta (316296 v. Chr.)
over de bergpassen teruggedreven. Ongeveer 250 jaar later maak
ten de uit W. richting komende Scythen zich van de toegangs
wegen en vervolgens van de Pendsjaab meester.
Langen tijd bleef het vrij rustig totdat de Hunnen, komende
uit het N., in de 5de eeuw na Chr. achtereenvolgens Turkestan
en Afghanistan veroverden en zich van laatstgenoemd land uit
den doortocht naar de vlakte bevochten waar zij, bekend als
Hephthalieten, omstreeks het jaar 500 de heerschappij voerden.
Doch reeds in 528 bevrijdden de Hindoes zich, drongen door het
grensgebied Afghanistan binnen, stichtten daar een nieuw rijk en
verbreidden er het Boeddhisme, waarvan de restanten nog in
het huidige Kafiristan zijn te vinden. Toen dit rijk in de 7de
eeuw werd aangevallen door de Kaliefen van Damascus, wisten
de Hindoes zich weliswaar aanvankelijk in het O. deel van
Afghanistan te handhaven, doch op den duur werden zij naar de
vlakte teruggedreven door de aanhangers van den Islam, wier
optreden hun vooral noodlottig werd toen, tegen het einde van
de 11e eeuw, de Turken zich van Afghanistan hadden meester
gemaakt en hun talrijke veroveringstochten na heftigen strijd
in het grensgebied (waarin de Hindoes het onderspit dolven)
uitstrekten tot ver voorbij Delhi (1191)Het door de veroveraars
gestichte rijk viel, doordat de stadhouders zich onafhankelijk
verklaarden, al spoedig uiteen in verschillende kleinere waarvan
dat, hetwelk Arghanistan en de Voor Indische vlakte omvatte,
er één was. Hoewel de Hindoes vrijwel waren teruggedrongen
tot het Hoogland van Dekan, bleef hun invloed onmisbaar. Zulks
veranderde echter toen, nadat nog tallooze malen in het grens
gebied strijd was geleverd tusschen verschillende vorsten, die
elkaar de opperheerschappij betwistten, Timoerlenk, na zich te
hebben meester gemaakt van een der erf rij ken van Djingiz
Khan, van zijn residentie Samarkand in Z. richting oprukte,
Afghanistan veroverde en vandaar in 1398 Voor Indië binnen
trok, dat hij tot aan den mond van den Ganges onderwierp. Na
zijn dood verviel zijn rijk al spoedig doch Baboer, een zijner
nakomelingen en vorst van Ferganah, drukte zijn voetsporen,
veroverde Samarkand, Kaboel, Ghasni en Kandahar en trok
vandaar in 1519 de vlakte binnen, welke hij evenwel spoedig
weder moest verlaten. In 1524 keerde hij echter terug, maakte
zich meester van de Pendsjaab, versloeg den Keizer van Delhi
(1526) en stichtte de dynastie der Groot-Mogols, welker resi-
462