in hetzelfde jaar tot stand kwam), waarbij de wederzijdsche
invloedsferen in Afghanistan werden afgebakend en een neutrale
zone werd ingesteld, gaf het den Emir een ontwijkend antwoord.
Laatstgenoemde waande zich in den steek gelaten en zocht aan
sluiting bij de andere partij, hetgeen uiteraard tengevolge had,
dat de verhouding tot Engeland gaandeweg verslechterde. Wel
wendde de Emir zich in 18/7 nog tot de Britsch-Indische regeering,
doch toen de besprekingen hem weinig voordeelen beloofden,
richtte hij zich tot den Russischen gouverneur te Samarkand,
gnl. Kauffmann. De crisis brak uit toen Engeland, bevreesd, te
zullen worden betrokken in den Russisch-Turkschen oorlog,
ongeveer 5000 Britsch-Indische soldaten van Bombay naar Malta
zond teneinde op alle gebeurtelijkheden te zijn voorbereid.
Rusland beantwoordde deze daad in 1887 met het in beweging
zetten van troepenmachten naar Herat en den N. oever van de
Oxus en het zenden van een militaire missie onder gnl. Stolitof
naar Kaboel, welke missie daar op enthusiaste wijze werd ont
vangen. Weliswaar trok de op het Congres te Berlijn tot stand
gekomen vrede een streep door Rusland's rekening daar het hier
door genoopt werd van directe actie af te zien, doch de Emir,
die van dit alles niet op de hoogte was gesteld en wiens hoof
den eenparig voor aansluiting bij Rusland hadden gestemd, voelde
zich sterk genoeg om, na advies van Stolitof, een Engelsche
missie, welke eveneens naar Kaboel was gezonden, in den Khai-
berpas den doorgang te weigeren. Hoewel de Engelschen van te
voren hadden bekend gemaakt, dat een weigering (zij rekenden
er dus op als een casus belli zou worden beschouwd, bepaalden
zij zich tot de wisseling van brieven werd op den eersten een
verre van beleefd antwoord van den Emir ontvangen, op den
tweeden volgde in het geheel geen wederwoord. Zoo brak na
ruim drie kostbare maanden van onderhandelen eind November
1878 de oorlog uit 1) in een wel zeer ongunstig jaargetijde.
Bij de operaties moesten de Engelschen terdege rekening houden
met de gezindheid van de grensstammen. Nog in 187778 hadden
zij een tweetal expedities moeten uitzenden tegen de Jowakis
(N.W. van Kohat), die in Januari van laatstgenoemd jaar werden
onderworpen, evenals de Utman Khels (N. van Pesjawar)Daar
stond tegenover, dat Beloetsjistan zich in 1876 bij het Sandeman
tractaat onder Engelsche bescherming had gesteld, waardoor de
Bolanpas een veiligen opmarschweg naar Afghanistan bood. Het
zelfde gold eenigermate voor de Koeramvalleide daar wonende
stam belijdt de Sjiitische leer, heeft den steun der Engelschen
tegen haar Sunnitische huurlieden steeds noodig gehad en kon
469
Lord Roberts wijst er op, dat er tusschen den len en 2en Afghaan-
schen oorlog een groote overeenkomst bestaat: beide braken uit tijdens de
aanwezigheid van een Russische militaire missie in Kaboel