een huurovereenkomst dient derhalve rekening te worden ge
houden met de jaren, gedurende welke de tuin reeds in (onwettig)
bezit is van den huidigen occupanthet is zaak voor elk jaar
afzonderlijk de waarde van de opbrengst van een boom vast te
stellen, wijl de copra sterk in waarde gedaald is. De practijk zal
moeten uitwijzen, welke moeilijkheden bij de afwikkeling worden
ondervonden. Dit is voor elk gebied afzonderlijk. In mijn voor
malig bestuursressort trad van de zijde van de onwettige occu-
panten een groote onwil tegen deze huurovereenkomsten aan
den dager was veel overreding noodig om hen daartoe te
brengen.
Onder de „onwettige occupatie" vallen ook de door Vreemde
Oosterlingen geoccupeerde woonerven, waarop nog geen rechts
titel werd aangevraagd. Deze in bewoonde centra liggende erven
kunnen desverlangd door de occupanten in recht van opstal
worden aangevraagd, e.e.a. volgens het Bbl. nr. 8571, jo. nr. 8711
en 9154, terwijl het erfpacht voor huizenbouw (Bbl. 8279) daardoor
komt te vervallen.
Moeten nog gevallen van onwettige occupatie worden afgewik
keld, dan kan het vorenstaande tot richtlijn bij de afwikkeling
dienen. Wij raden evenwel aan elke nieuwe overtreding tegen
vorengenoemd Staatsblad op voorbeeldige wijze te straffen. Alleen
hierdoor bereikt men, dat aan het kwaad paal en perk wordt
gesteld.
ECONOMISCHE TOESTAND.
De economische toestand is voor elke streek anders, in verband
waarmede het geen zin heeft over dien toestand in ons voormalig
bestuursressort uit te wijden.
Wel achten wij kennis van de volgende algemeenheden, welke
daaromtrent in dz. bestuursmemorie werden vermeld, voor den
nieuweling van belang.
481
Zooals reeds te voren aangestipt, vormt de landbouw het hoofd
middel van bestaan. Hier bestaat uitsluitend het ladangsysteem. Blij
vende occupatie van gronden behalve voor de klappercultuur
komt hier zoo goed als niet voor. De groote uitgestrektheid van het
gebied legt aan dit systeem geen belemmering in den weg. Toch
moet men die onbeperkte uitgestrektheid niet al te letterlijk opvatten,
want de voor het ladangen benoodigde gronden neemt men bij voor
keur dicht bij de kampongs (de groepen onder de bevolking, die
het kampongverband schuwen, maken hierop een uitzondering). Waar
de voor de ladang geoccupeerde gronden circa zes jaar braak liggen
moet dus zeven maal het jaarlijks benoodigde areaal voor de occupatie
beschikbaar zijn. De bevolkingsdichtheid is zoo gering, dat tot heden
nog geen moeilijkheden met betrekking tot de vraag naar beschikbare
gronden werden ondervonden. Evenmin werden ooit klachten voorge
bracht over occupatie van gronden door andere landschapsonder-
hoorigen dan rechthebbenden. De adat is nml. dat in groepjes wordt
geladangd. Zoo'n groepje houdt de beschikking over den grond. Indien