4. EENIGE BESCHOUWINGEN OVER DEN VEBINDINGS- DIENST IN HET ALGEMEEN EN OVER DE ORGANISATIE VAN DE INFANTERIE-VERBINDINGEN IN HET BIJZONDER (II) door G. W. J. VAN WALGRAVEN, Kapitein der Genie. (Vervolg; zie I.M.T. 1937 nr. 5). De organisatie van de infanterie-verbindingen zal in het volgende worden gebaseerd op de behoeften van den verbindingsdienst bij den aanval en de onmiddellijk daaraan voorafgaande gevechts handelingen. Hierbij toch wordt het uiterste van de verbindings- afdeelingen geëischtde moeilijkheden zijn hierbij in den regel het grootste, o.m. omdat de onderdeelen in beweging zijn. Bij den opzet zal, zooals uit het voorgaande is gebleken, rekening zijn te houden met het volgende a. de lijntelefoon zal zoo mogelijk onder alle omstandigheden worden gebruikt (mogelijkheid tot mondeling overleg) b. met de draadlooze middelen worden berichten gewisseld, indien de voordeelen opwegen tegen het afsluistergevaar en het gevaar van gepeild te worden vooral bij de noodzakelijke geheimhouding van de aan een aanval voorafgaande troepen bewegingen en de groepeering van de onderdeelen wordt de radio-berichtenwisseling sterk beperkt of zelfs geheel ver boden c. de bereden en rijwiel- of motorordonnansen worden onder alle omstandigheden in de grootere eenheden ingezetvolgens het Fransche verbindingsvoorschrift (art. 182) wordt het ordonnansenverkeer in de in het gevecht gewikkelde divisie tusschen den divisiecommandant en de regimentscommandan ten niet doorloopend mogelijk geacht d. van de optische verbindingsmiddelen zal slechts gebruik kunnen worden gemaakt, indien de terreins- en weersomstan digheden zulks mogelijk maken. Bij de bepaling van de behoefte aan personeel van de verbin- dingsafdeelingen zal er rekening mede worden gehouden, dat 486

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 43