groep zullen behooren, welk gedeelte van de artillerie den aanval van deze groep zal steunen en welke taak de overige troepen zullen vervullen. Voor alle daarvoor in aanmerking komende onderdeelen stelt hij ten slotte de te bereiken aanvalsdoelen of wel de aanvalsrichtingen vast. Het karakter van het ontmoetingsgevecht brengt mede, dat de aanval op 's vijands hoofdmacht in den regel onmiddellijk uit den naderingsmarsch voortvloeit. Elke stilstand in de actie geeft den vijand gelegenheid zijn toestand te verbeteren en moet der halve worden vermeden. Dat onder dergelijke omstandigheden een verzekerde en snelle berichtenwisseling van het allergrootste belang is, zal een ieder duidelijk zijn. A.T.V. II geeft in punt 124(3) slechts voor den naderingsmarsch met de inleidende gevechten aan, dat de telefonische verbindingen tot een minimum zullen worden beperkt, zoolang de voor- hvaartsche beweging nog ononderbroken plaats vindt. Hieruit moet de aandachtige lezer dan zelf de conclusie trekken, dat deze zuinigheid beoogt om bij de beslissing aan de alsdan zeer groote vraag naar verbindingen te kunnen voldoen. Regel is, dat de onderdeelen bij de groepeering voor den aanval (in de uitgangsopstelling) worden verbonden en dat deze ver bindingen bij voortschrijdenden aanval worden verlengd. Ook hierbij zal de telefoonlijn het bij voorkeur toe te passen verbin dingsmiddel zijn. Het bij den naderingsmarsch met de inleidende gevechten opgebouwde net vormt de basis voor den verderen uitbouw. Van de algemeene- of infanterie-verbindingen, de artillerie-ver bindingen en de bijzondere verbindingen (voor de luchtdoelartil lerie, de luchtstrijdkrachten, de artillerie-meetdiensten, den radio peil- en luisterdienst)zullen rekening houdende met de omstan digheden slechts de infanterie-verbindingen nader in beschou wing worden genomen. Het grootste oponthoud bij den aanleg van lijnverbindingen wordt in den regel veroorzaakt, doordat vaak niet kan worden opgegeven waar de in de uitgangsopstelling te verbinden com mandanten hun commandopost zullen kiezen en voorts waar ze bij voortschrijdenden aanval achtereenvolgens hun opeenvolgende commandoposten zullen betrekken. Kan laatstgenoemd nadeel gemakkelijk worden ondervangen, anders staat het met het wachten, totdat eindelijk bekend is waar de commandoposten van de betrokken ondercommandanten in de uitgangsopstelling zullen zijn gelegen22). We kunnen nu eenmaal geen verbindingen 22Hoeveel gemakkelijker heeft de Fransche verbindingsofficier het, waar de commandant de commandoposten van de ondercommandanten voorschrijft (I.P. ptn. 160, 199, 202). 492

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 49