duisternis) van uitvoering en de snelheid van de overige tot de
colonne behoorende voertuigen.
Gegevens omtrent de gemiddelde snelheden van onze paun.
onder verschillende omstandigheden zullen eerst door ervaring
kunnen worden verkregen. Het Engelsche voorschrift „Armoured
car training" geeft de volgende marschsnelheden aan, waarbij
kleine rusten zijn inbegrepen
op wegen en overdag 40 km per uur
door droog terrein (overdag) 1525
op wegen bij duisternis, lichten aan 30
lichten gedoofd 10
Normaal moeten bij de uitvoering van marschen de volgende
onderlinge afstanden, gemeten van den achterkant van het eene
voertuig tot aan den voorkant van het andere, worden bewaard
stilstaande in beweging
tusschen voertuigen 10 m 25 m
achter een peloton 20 m 50 m.
Naar gelang van omstandigheden kunnen deze afstanden worden
vergroot. Bij marschen binnen 's vijands bereik kan het aan
beveling verdienen dat tusschen de pelotons, behoorende tot het
gros van een uit paun. bestaande colonne, een afstand van 500 m
wordt genomen.
De gevechtstrein volgt het peloton. Bij marschen binnen
's vijands bereik geschiedt dit volgen meestal sprongsgewijze.
Wordt een ver doorgevoerde verkenningsstoot uitgevoerd, dan
kan het aanbeveling verdienen den gevechtstrein achter te laten.
Treden twee of meer pelotons gezamenlijk op, dan marcheeren
de gevechtstreinen vereenigd.
De hagagetreinen worden bij marschen binnen 's vijands bereik
gewoonlijk met andere gemotoriseerde bagagetreinen tot een
marschgroep vereenigd.
Teneinde het verband in de colonne te bewaren, heeft iedere
wagencdt. tot plicht z.v.m. verband te houden met den voor hem
rijdenden pau. Daartoe wordt in elk voertuig een waarnemer
aangewezen, die alle seinen opneemt en doorgeeft en den wagen
cdt. ter zake inlicht. Overigens wordt het verband in de colonne
door motorordonnansen onderhoudenz.n. doet de pel.cdt. een
dezer ordonnansen ter hoogte van den achtersten pau. marcheeren.
Deze ordonnans dan wel de cdt. van den achtersten pau. waken
er voor, dat het peloton bij het stooten op vijand niet van den
terugtochtsweg wordt afgesneden.
Elk uur wordt een rust van 5 minuten en om de drie uren een
rust van 15 minuten gehouden. Steeds sluiten bij het halthouden,
de voertuigen pelotonsgewijze op, tenzij de tactische omstandig
heden het handhaven van grootere afstanden gewenscht maken.
Een bevel voor een marsch kan bevatten
519'