536
zal deze grondorganisatie gereed zijn waarbij aansluiting wordt verkregen
op het toekomstige transatlantische luchtverkeer voor de instelling waarvan
Canada 1.25 millioen dollar bijdraagt. De groote waarde, door Eng. gehecht
aan het bezit van goede landingsterreinen binnen het Imperium, blijkt wel
uit de verschillende verbeteringen en uitbreidingen, welke in het voornemen
liggen. Volegens het M.W. nr. 37 zullen op Malta twee nieuwe bases worden
aangelegd waarvan 1 voor den marinevliegdienstde terreinen in Egypte
bij Helwan en Ismailia worden vergroot het terrein bij Aden wordt uitge
breid in de Soedan zullen de terreinen worden verbeterd bij Hongkong en
op Ceylon worden nieuwe terreinen aangelegd terwijl voor de verbetering
van de marineluchtvaartbasis op Bermuda een bedrag van 143.000 is
uitgetrokken. Volgens L.W. nr. 3 (1937), dat spreekt van „Ein zweites
Gibraltar" zal het nieuwe landingsterrein op Cyprus in de eerste plaats
dienen als tusschenstation voor het luchtverkeer tusschen Eng. en Indië
en Australië. Het plan zou bestaan er verder eenige honderden vlgn. van
de R.A.F. te stationneeren, waarvoor ondergrondsche hangars voor 50 vlgn.
zouden worden gebouwd.
De positie van Rusland en Japan is volgens den S. van het in den aanvang
genoemde artikel belangrijk ongunstiger dan die van Eng. Rusland heeft
practisch slechts één verbindingslijn van Eur. Rusl. naar O. Azië met een
aftakking naar Taschkent, van waaruit Britsch-Indië wordt bedreigd.
Practisch is dus alleen een verschuiving van de lu.str.krn. in O. of W. richting
mogelijk. Voor Japan is de toestand iets gunstiger geworden door de instel
ling van Manchukuo. Ideaal is volgens S. de toestand in Amerika waar de
luchtverbindingslijnen een driehoek vormen met aftakkingen uit de hoek
punten naar het md. (zie schets), waardoor rocade naar alle zijden mogelijk
wordt.
De mogelijkheden in Europa besprekend komt S. tot de conclusie, dat
daar de toestand het gunstigst is voor Rusland en de combinatie Eng.-
Frankrijk waar ook verschuivingen in alle richtingen mogelijk zijn. Het
zeer lezenswaardige art., dat verluchtigd is met duidelijke schetsen, wordt
vervolgd.
Ook de Oberstleutnant Dr. Knausz bespreekt in Wissen und Wehr van
Maart 1937 (Der Luftverkehr und seine wehrpoiitische Bedeutung) het
verband tusschen den trein en het vliegtuig, waarbij hij tot de conclusie komt,
dat waar de trein is ingericht op massavervoer dit met het vliegtuig nooit
het geval zal zijn. Daarom zal het laatste niet voor belangrijke transporten
ten behoeve van de strijdkrachten in aanmerking komen (uitgezonderd in