650
Afgezien van deze twee kleine, nauwelijks den naam van epidemie ver
dienende, typhusophoopingen, komt in het Joego-Slavische leger de typhus
dus slechts sporadisch voor, vermoedelijk voor een deel veroorzaakt door
bacillendragers. Zooals bekend zijn jonge soldaten en meer in het alge
meen jonge menschen, echter slechts zelden bacillendrager, zoodat het
meerendeel dezer bacillendragers onder de burgerbevolking moet worden
gezocht. Het grootste gevaar voor de verspreiding der ziekte schuilt vol
gens Georgevitch in het incubatiestadium, wanneer besmette personen, zelf
nog niet ziek zijnde, en dus nog niet als typhuslijder herkenbaar, reeds
bacillen uitscheiden en zoodoende de besmetting verder kunnen geven,
en de lichte gevallen, die als zoodanig niet gediagnotiseerd, gelegenheid
hebben in de kazernes de bacillen vrijelijk rond te strooien.
De typhusdiagnose is in het leger niet altijd even gemakkelijk en het
zal wel nooit geheel te voorkomen zijn, dat enkele, uiteraard lichte, geval
len tusschen de vingers der controleerende Officieren van Gezondheid
doorglippen.
Waar, zooals boven reeds werd vermeld, het meerendeel der bacillen
dragers onder de burgerbevolking gezocht moet worden, ligt het voor de
hand te veronderstellen, dat de militairen zich vaak de ziekte in café's
en eethuizen op den hals halen. Het is van het grootste belang bij elk
voorkomend typhusgeval een nauwkeurig onderzoek in te stellen naar
het voorkomen van bacillendragers bij het keukenpersoneel en zooveel moge
lijk dit onderzoek ook uit te breiden tot hen, die verder nog met de
levensmiddelenverstrekking voor de troepen te maken hebben.
Voorts is met een groote mate van waarschijnlijkheid komen vast te
staan, dat soldaten met langer dan 6 maanden dienst eerder de ziekte krijgen,
dan degenen die korter in dienst zijn. Dit zou er dan op kunnen wijzen,
dat de immuniteit 6 maanden na de vaccinatie reeds duidelijk aan het
afnemen is. Maar men kan de lagere typhusmorbiditeit onder de jonge
recruten met minder dan 6 maanden dienst ook in oorzakelijk verband
brengen met het feit dat zij door him eerste opleiding binnen de kazernes
in de eerste maanden van hun dienst minder met de burgerbevolking in
aanraking komen.
De conclusies, waartoe Georgevitch komt, zijn o.m. de volgende
1. De prophylaxis tegen de typhus moet zoowel individueel als collectief
worden gevoerd.
2. De collectieve prophylaxis zal nooit geheel haar doel bereiken, zoolang
de troepen worden ondergebracht in garnizoenen, waarin de ziekte
chronisch endemisch heerscht.
3. De individueele prophylaxis bij uitnemendheid is de vaccinatie, doch
hare beschermende werking is niet zoo afdoende als de koepokenting.
4. In het typhusvaccin is blijkbaar dus een tekort, waardoor het slechts
een beperkte immuniteit in staat is te bewerken.
Resumeerende is het rapport van Georgevitch een belangrijke bijdrage
tot de kennis van het typhusvraagstuk voor het leger, dat weliswaar geen
nieuwe gezichtspunten opent op het gebied der epidemiologie en immuni-
teitsleer, maar steun geeft aan de thans vrijwel algemeen gehuldigde opvat
tingen inzake verspreiding en bestrijding dezer ook voor ons leger nog
steeds zoo belangrijke ziekte.
Geslachtsziektenprophylaxis in het Portugeesche leger door José de
Saavedra.
In hetzelfde nummer van het Bulletin International is een verhandeling
opgenomen over de wijze, waarop de strijd tegen de venerische ziekten
in het Portugeesche leger wordt gevoerd. S. begint met er op te wijzen,
dat deze strijd in de verschillende legers naast brillante successen, ook
minder goede resultaten en zelfs volkomen mislukkingen heeft gekend,