653 wisselingen uiterst gering is en ook het nieuwe kabinet steunt op het Volks front, veroorzaakte de kabinetscrisis groote onrust op financieel gebied daar men vreest voor een nieuwe devaluatie van den franc. Het kabinet Hayashi verdween nog vrij onverwacht, officieel wegens oneenigheid tusschen de regeering en de politieke partijen, een verklaring, welke meer tracht te verzwijgen dan te zggen. Men zal echter niet ver van de waarheid zijn, indien men aanneemt, dat Hayashi door zijn pogingen om kool en geit te sparen, zoowel het vertrouwen van de politieke partijen als van de militairen heeft verloren. Zijn opvolger is prins Konoë, de voorzitter van het Hoogerhuis, een belangrijke politieke figuur, wiens naam als adviseur van den Keizer meermalen in één adem werd genoemd met dien van den laatsten genro, prins Sayonji. Bij vorige kabinetscrises werd reeds van den huidigen premier gezegd, dat hij niet voelt voor een politiek, welke iedereen tracht te vriend te houden en daardoor nimmer sterk kan zijn, m.a.w., hij is er een voorstander van „de zaak uit te vechten", hetgeen bij den huidigen crisis, welke het parlementaire systeem in Japan doormaakt, niet zonder belang is. Het is dan ook niet vreemd, dat de pogingen om te geraken tot een nieuwe nationale partij zijn gestaakt. Het gepubliceerde regeeringsprogramma, hetwelk o.m. vermeldt beveiliging van den vrede, steunend op de beginselen van internationaal recht, zonder vast te houden aan den status quo, doet de bijeenkomst van den Landdag op 23 Juli met belangstelling tegemoet zien. Intusschen werd reeds een zesjarenplan aangekondigd waarvan de kosten eenige milliarden beloopen, terwijl min. Hirota door zijn verklaring, dat Japan het geschutkaliber van 35 cm niet als de max. grens beschouwt, de laatste hoop op kwalitatieve beperking van de bewapening ter zee heeft weggenomen. Amerika ant woordde hierop reeds met een bekendmaking van 40 cm bewapeningen, zoodat alle maatregelen, welke het Land van de Rijzende Zon heeft genomen om den „crisis van 1936" te overkomen, resulteeren in een bewapenings wedloop, waarvan alleen de toekomst zal kunnen aantoonen, of het in staat is, dezen te kunnen bijhouden. In China heeft maarschalk Chiang Kai-shek weder officieel de regeering aanvaard. Hangende de gebeurtenissen in Japan is er in de verhouding tot dit land weinig verandering te bespeuren. De toestand in Mansjoekwo werd niet duidelijker, hetgeen kan worden verklaard uit het bericht, dat aldaar de staat van beleg zou zijn afgekondigd. Zoo druppelden slechts enkele geruchten door omtrent een aanslag op keizer Poe Ji en gevechten, zoowel aan de grens van Jehol als aan die met Korea. Ook Wladiwostok schijnt niet meer in verbinding te staan met de buiten wereld, naar werd bericht in verband met de zuiveringsactie, welke thans aan de Russische moederrepubliek is overgeslagen naar alle andere Sowjet- staten. Officieele berichten hieromtrent zijn schaarsch terwijl de overige mededeelingen ten deele voortspruiten uit niet geheel onverdachte bron. Wat daarin echter opvalt is, dat aan de zuiveringsactie in de eerste plaats zij ten slachtoffer vallen, die mededingers zouden kunnen worden naar Stalin's macht, zooals Tsjoesjatsjefski, meermalen de Roode Napoleon genoemd, en Jagoda, de voorzitter van de Gepoe ook de positie van den commandant in het Verre Oosten, gnl. Blücher, en van den volkscommis saris voor buitenlandsche zaken, Litwinof, schijnt geschokt te zijn. Beziet men wat er is overgebleven van het vijfmanschap Lenin (gestorven), Trotzky (verbannen en nu Staatsvijand nr. 1), Rijkof (zelfmoord gepleegd in arrest), Zinovief (geëxecuteerd) en Stalin, dan mag men t.a.v. de nog aanwezige machthebbers de vraag stellen hoe lang nog In België ontketende de behandeling van de amnestiewet tenslotte niet den parlementairen strijd, welken men had verwacht wel gaf zij buiten de volksvertegenwoordiging aanleiding tot heftige beroering. Amerika heeft den laatsten tijd doorloopend te kampen met stakings bewegingen waren het eerst de arbeiders in de havens en daarna die in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 103