In 1891 moesten ten derde male troepen worden gestuurd
naar de Black Mountainstoen de bevolking onmiddellijk na
het al te spoedige heengaan van de Engelschen weder oproerig
werd, volgde de vierde en laatste expeditie naar dit gebied.
De herhaaldelijk door de Oraksais tegen de streek tusschen
Thai en Kohat uitgevoerde plundertochten maakten in hetzelfde
jaar een optreden noodig, bekend als de Mirangai expeditie. Wel
werden de stammen onderworpen, doch met de oprichting van
blokhuizen op den Samanarug waren zij zoo weinig ingenomen,
dat zij enkele maanden later weder in opstand kwamen en de
bouwwerken, waarin zij de voorboden zagen van een blijvende
bezetting van hun gebied, vernielden. Spoedig hadden de Engel
schen den heuvelrug heroverd en waren de posten en blok
huizen herbouwd. Daar de troepen evenwel het stamgebied niet
binnentrokken om de bevolking definitief tot onderwerping te
brengen, gaf de aanwezigheid van de postenketen nog in het
geheel geen waarborg voor het voorkomen van verdere aanslagen.
Nog in hetzelfde jaar en in 1892 werden tochten gemaakt naar
de landschappen Hunza en Nagar. De bedoeling hiervan was,
de N.W. staatjes van Kasjmir nauwer te binden aan het Britsche
bestuur, zulks met het oog op het tegengaan van een mogelijk
doordringen van Russischen invloed, welk doel volkomen bereikt
werd.
Een belangrijke gebeurtenis had in 1893 plaats toen te Kaboel
door een Engelsche missie onder leiding van Sir Mortimer
Durand1) met den Emir een demarkatieverdrag werd gesloten.
Toen men er toe overging, de bepalingen van het verdrag in het
terrein vast te leggen door het plaatsen van grenspalen en de
betrokken commissie in 1894 haar werkzaamheden in Z. Wazi-
ristan aanving, vertoonden zich al spoedig langs de geheele grens
teekenen van onrust. Ten onrechte trokken de stammen de
overigens voor de hand liggende conclusie, dat het afbakenen
van de grens een voorbode was van de naasting van hun gebied
en hun definitieve onderwerping2). Het plaatsen van de grens
palen moest geschieden onder sterke militaire dekking.
Het eerste verzet openbaarde zich door den overval op het
Engelsche kamp te Wana, waarna een expeditie naar de valleien
van Gomal en Tochi de rust in Waziristan deed terugkeeren.
Toen de grensregelingscommissie ten N. van den Khaiber pas
haar werkzaamheden voortzette in een gebied, waar de Emir als
geestelijk hoofd werd beschouwd, brak op 1 Januari 1895 in
Tsjitral een groote opstand uit, waardoor de arbeid aan de grens
572
b Naar hem wordt de grens tusschen Britsch-Indië en Afghanistan als
regel Durand-lijn genoemd.
2) De reden, waarom de Engelschen hiertoe niet overgingen, en welke
gevolgen dit heeft gehad, zullen wij een volgende keer uiteenzetten.