de gebeurtenissen in Tsjitral voor de Britten betrekkelijk gunstig zijn verloopen. De grootste moeilijkheid bij het bedwingen van den opstand was, dat de weg van Pesjawar naar Tsjitral, de kortste verbinding met deze plaats, voerde door het gebied van de nog niet onder worpen stammen van Kohistan, de Swatis van de Swatvallei, de Utman Khels en Dirs van de Pangkoravallei en de Badjaurs ten W. daarvan Na het uitbreken van den opstand snelden onmiddellijk kleine afdeelingen uit Mastoei en Gilgit te hulp. Slechts de eerste bereikte Tsjitral en werd daar van 3 Maart tot 19 April inge sloten. De volgenden werden tegengehouden of vielen in hinder lagen de restanten verzamelden zich te Mastoei en werden, met de bezetting van die plaats, aldaar belegerd. Daarop werden twee ontzetcolonnes gezondende eerste, sterk 400 man en 2 stukken, marcheerde in 2 echelons op 23 en 24 Maart af van Gilgit, trok onder groote moeilijkheden over den diep ingesneeuwden Sjan- doerpas, ontzette Mastoei en ging, versterkt door de daar aan wezige troepen, verder. De uiterst nauwe rivierdalen, welke den vijand herhaaldelijk gelegenheid boden, hinderlagen te leggen dan wel de troepen frontaal tegen te houden, werden daarbij ver meden. De duizenden lieden sterke benden voelden zich door deze omtrekkingen bedreigd en vluchtten, welk voorbeeld door de belegeraars van Tsjitral werd gevolgd op het vernemen van de nadering der Engelschen, die deze plaats op 20 April bereikten. De tweede ontzetcolonne, sterk 1 divisie van ongeveer 15.000 man, trok van Pesjawar over de Malakand-, Katgola-, Janbatai- en Laorai-passen naar Tsjitral. Bij de passen en rivierovergangen werd gestooten op heftigen tegenstand van de Swatis en Badjaurs, hetgeen des te onaangenamer was, daar de divisie door de ter- reinsomstandigheden haar kracht niet tot uiting kon brengen en gedwongen was, in 3 brigade-echelons langs een enkelen weg op te rukken. De opmarsch verliep dan ook zeer langzaam en toen de voorste troepen op 27 April nog slechts een ten W. van den Laorai pas gelegen punt hadden bereikt, ontving de commandant aldaar bericht, dat de rust in de hoofdplaats was hersteld. 574 verdwenen deze „vrijwilligers" van het tooneel hoogstwaarschijnlijk trok ken zij echter alleen hun uniform uit. Indien de Engelsche schrijvers, die zich omtrent 1900 over deze gebeurtenis nog al warm maakten, thans eens een blik konden werpen op hetgeen in Spanje voorvalt, zou hun veront waardiging wel ietwat worden getemperd b Op de noodzakelijkheid van inbezitneming van de Swatvallei, Tsjitral en het gebied van den daarheen voerenden weg, de eenige leemte in de uitvoering van het uit 1877 dateerende plan tot vermeestering van alle toegangspoorten naar het grensgebied, vestigde Lord Roberts de aandacht tijdens het debat over een in Maart 1895 in Engeland gehouden lezing over dit gebied.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 22