den aangevallen. Twee colonnes werden nu uitgezondende eene trok half Augustus van Malakand naar het N., volgde de Swat stroomopwaarts, keerde daarna terug en marcheerde door het dal van de Pangkora naar het gebied ten Z.W. van den Jamba- taipas, waar zij zich op 21 September na heftigen strijd vereenigde met de andere colonne, welke op 14 September van Pesjawar derwaarts was gezonden. Laatstgenoemde colonne keerde een week later terug terwijl de andere troepen in O. richting mar cheerden naar het terrein ten W. van de Black Mountains teneinde de aldaar wonende Bunerwals tot reden te brengen, hetgeen op 20 Januari 1898 was geschied. Half Augustus, op welk tijdstip zooals wij zagen, de expedities naar de Tochi- en de Swatvallei zich reeds in het veld bevonden, gingen er geruchten, dat ook de in Tairah wonende Afridi's en Oraksais de eersten in het N., de laatsten in het Z. van het genoemde gebied het plan koesterden, in opstand te komen, terwijl voorts berichten werden ontvangen, welke er op wezen, dat ook de bewoners van den Khaiberpas met naaste omgeving zich aan de zijde van de Swatis en Mohmands zouden scharen. Desniettegenstaande achtte de te Pesjawar resideerende Commis sioner, Sir Robert Udny, het niet noodig, de Khaiber Rifles af te lossen door of te versterken met geregelde troepen, ja, hij ging zelfs zoo ver, den eenigen bij het hulpkorps aanwezigen Engelschen officier met spoed te doen terugroepen. Het gevolg daarvan was, dat toen de Afridi's ten aanval overgingen op den Khaiberpas „9.500 troops about the Peshawar frontier looked on whilst 500 „Afridi's (nml. de Khaiber Rifles. S.) maintained British honour „in the Khaibar". Tusschen 23 en 26 Augustus vielen de posten na het bieden van betrekkelijk weinig weerstand, welke nog werd verzwakt door verraad, in handen van de stammen. Intusschen hadden gebeurtenissen in het Kohatdistrict en in de Koeramvallei reeds op 20 Augustus genoopt tot het derwaarts zenden van versterkingen. Eerstbedoelde troepen konden niet verhinderen, dat een deel van de posten op den Samanarug1) werd ingesloten één daarvan viel in handen van de Oraksais, die de bezetting tot op den laatsten man over de kling joegen. De naar de Koeramvallei gezonden troepen waren echter tijdig aanwezig om een aanslag op enkele aldaar gelegen posten te voorkomen. 577 b De posten op den Samanarug en elders bijv. in Waziristan waren ten deele zeer onoordeelkundig gebouwd. Vaak moest het water worden gehaald op plaatsen, welke ver buiten de blokhuizen waren gelegen en voorts zoodanig, dat zij van daaruit niet konden worden verdedigd. In vele gevallen konden de posten elkaar niet onderling steunen, zelfs niet met geschutvuur. Ten slotte ontbraken mobiele colonnes, zoodat de vijand in het tusschenterrein vrij spel had. De Engelschen deden dan ook al de onaangename ervaringen op die later de Franschen in Marokko met hun postensysteem ondervonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 25