bedreiging niet geheel denkbeeldig. Deze bedreiging moge wellicht in eerste instantie tegen Engeland zijn gericht, de reeds eerder uiteengezette omstandigheid, dat de bruikbare wegen van Rus sisch Centraal Azië naar Britsch-Indië door Afghanistan voeren, maken, dat dit land uiteindelijk steeds het kind van de rekening zal zijn. Inderdaad is de Afghaansche noordgrens thans omringd door Russische spoorwegen. Van de Transkaspische lijn Kras- nowodskTasjkent, welke plaats tevens rechtstreeks is verbonden met Orenburg en door de Turksib met Nowo Nikolajewsk aan den Transsiberischen spoorweg, gaan zijtakken van Merw naar de grens bij Koesjik alsmede van Boekhara naar den N. oever van de Oxus bij Balkh en vandaar langs deze rivier naar Termes, Faizabad en de grens van Chineesch Turkestan1). Een blik op de kaart leert, dat ook het Engelsche spoorwegnet goed is ont wikkeld in het bijzonder is dit het geval in de Pendsjaab, terwijl de groote dwarsverbinding KaratsjiCampbellpoer, tot Bahawal- poer voorzien van dubbelspoor, veilig achter den Indus ligt. Van dit net gaan takken uit in de richting van de grenspassen, naar Landhi Khana aan den Khaiberpas, Thai, Bannoe, Tank/Manzai en Tsjaman aan de grens ten N.W. van Quetta. Van deze plaats voeren zijlijnen naar Fort Sandeman en Duzdab aan de grens met Iran2). Het verloop dezer spoorlijnen geeft een zeer juisten indruk van de strategische waarde, welke door Rusland en En geland aan het grensgebied wordt toegekend, alsmede van de wijze waarop beide rijken in voorkomend geval zullen optreden. Wordt vervolgd 584 b Het traject voorbij Termes komt op de kaart van Zuid Azië in de nieuwste Bosatlas (uitgave 1936) nog niet voor. Het werd echter genoemd door den vorigen Britsch-Indischen legercommandant, Sir Philip Chetwode, tijdens een door dezen gehouden lezing in de Royal United Service Institu tion (Zie J.R.U.S.I. Februari 1937). Faizabad is de hoofdplaats van Badakh- sjan, een autonoom onderdeel van de republiek Tadjikistan, voorkomende in ruit C-l van de door I.K.V. uitgegeven ,,Pacifickaart". 2) Een bezwaar van het Engelsche net is, dat de Indus beneden Attock slechts is overbrugd bij Koesjalgar, Soekkoer en Haidarabad. Ook de om standigheid, dat een deel van het net uit smalspoorlijnen met een zeer geringe capaciteit bestaat, is een nadeel. De lijn naar Duzdab is in de laatste jaren v.w.b. de W. helft van het traject voorbij Nushki buiten gebruik gesteld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 34