wij de oplossing in de indeeling van een zeker aantal antitank- kanonnen by het regiment inf. en van tankbuksen bij de kleinere mi. onderdeelen. Uit moreele overwegingen moet bij dat laatste o.i. de voorkeur worden gegeven aan indeeling in de sectie (1 per sie inf.), zoodat ook deze kleine eenheid te allen tijde over een afweermiddel beschikt, hetgeen vooral bij verplaatsingen en in den aanval sterk spreekt m de verdediging is het dan altijd nog mogelijk waar noodig tot centralisatie over te gaan. ad. 5e. Minder juiste organisatie van de compagnie. Evenals S. moet ook n.o.m., gezien de opvatting van het gewij- 7g betreffende het gebruik van gevechtsgroepen tp. bb 2), aan een organieke indeeling in gevechtsgroepen de voorkeur worden gegeven, waardoor verkregen wordt dat de vredesorganisatie in overeenstemming is met het gebruik in oorlogstijd en de gevechtsgroep een betere eenheid zal worden dan thans het geval kan zijn. Met hetgeen S. opmerkt ten aanzien van het opleidingsvraag- stuk voor den km. wordt geheel ingestemd. de TT™1"8' in de huidiSe sectie> van 3 gevechtsgroepen J nog k.groep over, welke te bestemmen ware voor de vor ming van de lichte mrt.gp. en de bediening van de antitankbuks. rgameke indeehng van een verkennersgp., zooals door S bepleit, lykt ons minder gewenscht, eensdeels omdat verkenners met m elk stadium van het gevecht in actie komen, zoodat de indeehng daarvan een tijdelijk karakter draagt, anderdeels omdat met het oog op de primaire taak van het leger het personeel zoo V6rv imj j m gevechtsgroepen ware op te nemen. Uok de door ons genoemde lichte mrt. en antitankbuksgroepen waren m vredestijd m de gevechtsgroepen in te deelen. Voor de specialistische opleiding en bij het oprukken in ciesverband moet dan uiteraard telkenmale tot vorming van bedoelde groepen uit het daartoe bestemde personeel (en reserve personeel) worden overgegaan. De verzwakking van de eigenlijke stootkracht met 6 man (thans 2 k.brigades a 30 man, dan 3 k.groepen a 24 man) ware op te heffen door de sie. met 1 man uit te breiden en de km. groep te doen bestaan uit 1 handlanger minder en laatstgenoem den naar de k.groep te doen overgaan als gewoon k.schutter. Alsdan blijven onmiddellijk bij den km. beschikbaar 888 schoten hetgeen bijna 200 meer is dan bij de Duitsche 1. M G Truppê en altijd nog 15 meer dan bij den Ned. lichten mitr Kapitein Van Dijken komt tot slechts 672 schoten bij het wapen, doch wenscht de rest mede te doen voeren door de k groep Hoewel op het eerste gezicht het door S. ontwikkelde systeem van mumtieaanvulling door den km. uit de k.groep ons ietwat 594

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 44