gekunsteld voorkwam, achten wij het bij nadere overweging toch
niet onmogelijk en ook niet onlogisch. Bedoeld systeem wordt
trouwens in de Fransche sectie als zoodanig toegepast, zij het in
ietwat verzachten vormhierbij valt te bedenken, dat de Fran
sche groupe de combat niet zonder meer met de N.I. gevechts
groep te vergelijken is. N.o.m. evenwel gaat S. te ver, waardoor
eenerzijds de hoeveelheid munitie bij den km. te gering wordt en
anderzijds de k.schutters te zwaar belast worden.
Waar in onze organisatie de reservemunitie van de kmn. op
de vandehandsche paarden van de cies.munitiekarren steeds tot
op vrij korten afstand en door elk terrein zal kunnen volgen,
zou de vraag gesteld kunnen worden of een aantal van 888
schoten bij den km. niet als voldoende kan worden beschouwd.
Hoewel wij geneigd zouden zijn die vraag bevestigend te beant
woorden, is anderzijds eenige voorzichtigheid toch wel geboden.
Tot eiken prijs moet worden voorkomen, dat op het gevechts-
veld een tekort aan munitie de actie zou kunnen belemmeren,
beter een te veel, dan een te weinig. Men bedenke voorts dat in
de Fransche groupe de combat per lichten mitr. 1325 patronen
worden mede gevoerd, waarvan 25 door eiken geweerschutter.
Op grond van het bovenstaande wordt door ons een tusschen-
oplossing aanbevolen, een verzacht systeem Van Dijken, waarbij
in de door ons voorgestelde gevechtsgroep de k.schutters extra
worden belast met 48 km.patronen, terwijl de munitievoorraad
in de km.groep per man met 24 patronen wordt verminderd.
Een en ander heeft tengevolge dat in totaal in de gevechtsgroep
wordt beschikt over 1148 km.patronen, waarvan 764 bij den km.
Bovendien wordt de bepakking in de km. groep met ongeveer
1 kg verminderd en die van den k.schutter met plus minus 2 kg
vermeerderd. De gevechtsuitrusting van den soldaat uit de km.
groep zal dientengevolge van 21 tot 23 kg bedragen en van den
k.schutter ruim 19 kg, een naar het ons voorkomt billijker en
ook gunstiger gewichtsverdeeling dan thans geval is (zie zakboekje
biz. II 7).
Gaarne geven wij bovenstaande onze oplossing, naast die van
S., den troepenofficier ter beoordeeling.
De organisatie van de sectie, zooals door ons bepleit, zou er
alzoo als volgt uitzien
1 commandant 1 man
lichte mrt.gp. plus antitankgroep (3 plus 2) 5 man
3 gevechtsgroepen, elk a
brigadecdt1 man
km.groep, 1 cdt. plus 5 man 6
k.groep, 1 cdt. plus 8 man 9
16 man (maal 3) 48 man
Totaal 54 man
595