5. OORLOGSNEUROSEN
door
D. FLEISCHER,
Officier van Gezondheid 2e klasse.
In den wereldoorlog hebben de neurosen een belangrijke rol
gespeeld, hetgeen wel ten duidelijkste blijkt, als men nagaat
welke ziekten aanleiding hebben gegeven tot ontslag uit het leger
wegens invaliditeit. Uit Engelsche statistieken blijkt, dat 1/7
hiervan gevormd wordt door psychische stoornissen. Uit een
militair medisch oogpunt bekeken vormen de oorlogsneurosen
dus een ernstig verschijnsel, waar ter dege rekening mee moet
worden gehouden.
De moderne oorlog met zijn machtige alles vernietigende wapens
stelt wel zeer zware eischen aan de menschelijke psyche. In
blindelingsche overgave aan zijn opdrachtgevers moet de militair
zich blootstellen aan voortdurend levensgevaar. Hij moet een
stormaanval doen tegen ratelende mitrailleurs in, om straks
opgewacht te worden door bajonetten, handgranaten, vlammen-
spuiters en andere wreede wapens. Hij moet zijn instinct tot
zelfbehoud volkomen verdringen, kortom hij moet een held zijn.
Hij mag geen angst toonen, want bang zijn geldt als iets min
derwaardigs. Maar niet alle menschen zijn helden. Zoo ontstaat
het conflict tusschen angst en plicht, tusschen de neiging om
weg te vluchten van die verschrikkelijke bedreiging en het ver
langen een held te zijn, die voor het vaderland zijn leven wil
opofferen. Dit conflict tusschen angst aan den eenen kant en
plicht, vaderlandsliefde, eerzucht aan den anderen kant is de
voornaamste factor, welke leidt tot het uitbreken van de oorlogs
neurosen. Hij wil dapper zijn, hij verdringt zijn angst, hij wil
niet weten, dat hij liefst op de vlucht zou gaan, maar op een
gegeven moment wordt zijn grootendeels onbewuste angst te groot,
en hij wordt ziek, de neurose breekt uit, die hem bevrijdt, die hem
redt uit het levensgevaar. Hij is ziek, hij moet weg uit de vuurlinie,
en hij ontkomt aan het levensgevaar zonder zich te blameeren,
zonder dat zijn eigenliefde geschokt wordt. Immers de oorzaak
van zijn ziekte is hem volkomen onbekend, die blijft onbewust.
Hij is voor het levensgevaar gevlucht in de neurose.
Maar de militair moet niet alleen bereid zijn om te sterven, hij
moet ook bereid zijn om te dooden. Hij moet de moraal, waarin
hij van kind af aan is opgevoed, op zij schuiven, hij moet zoo
608