noodig dooden, verminken, vergiftigen, hij moet zijn duistere hartstochten, zijn verdrongen weggestopte wreedheid vrij spel laten, en zijn betere neigingen verloochenen. Het conflict, dat hierdoor geschapen wordt tusschen zijn naar het onbewuste verdrongen wreedheid en zijn moraal wordt niet altijd zonder meer verdragen. Juist die personen, die als kind een groote neiging tot wreedheid hebben gehad, die ze door een bijzonder sterk ontwikkelde moraal hebben kunnen overwinnen, zullen moeite hebben, om dit conflict te beheerschen. Het zien van bloed en verminkte lichamen, het zelf met de bajonet op den gehaten vijand lossteken geeft een opvlammen van het sluimerend sadisme. Hij kan zijn wreedheid niet meer beheerschen, hij staat op het punt zijn sadistische neigingen bot te vieren. Maar zijn over- groote moraal verzet zich hiertegen, hij wil 't niet, maar hij kan niet anders. Dan blijft hem niets anders over dan de neurose. Hij vlucht voor zijn eigen slechtheid in de neurose. Een van de belangrijkste elementen in elk leger is de discipline. Volkomen gehoorzaamheid naar letter en geest wordt geëischt, de mensch moet zijn persoonlijkheid volledig prijsgeven. Wat de enkeling denkt, voelt, lijdt, doet niets ter zake, hij is een nummer, dat op commando vecht, eet en slaapt. Onrechtvaardige woedeuitbarstingen van prikkelbare kameraden en superieuren moet hij zwijgend slikken. Vanzelfsprekend zullen beroepsmili tairen zich beter schikken in deze verhouding dan miliciens. Bij ervoor vatbare personen kan het gevoel van gekrenkte eigenliefde een dusdanigen graad bereiken, dat hierdoor het optreden van een neurose veroorzaakt wordt. Agressieve woedeuitbarstingen zijn herhaaldelijk voorgekomen. De sexualiteit speelt als auslösendes moment van oorlogsneu rosen een minder belangrijke rol. De levensdrift staat te veel op den voorgrond. Toch spreekt het vanzelf, dat het voortdurend samenleven van uitsluitend mannen niet zonder gevolgen blijft. De in elk mensch sluimerende homosexualiteit wordt bevorderd, wat heelemaal niet zeggen wil, dat hierbij een lichamelijke neiging op hoeft te treden. Integendeel, in de groote meerderheid van de gevallen blijft de neiging volkomen ideëel, en uit zij zich alleen als kameraadschap. Zij, die van huis uit reeds een sterke alhoewel onbewuste homosexualiteit bezaten, zullen meer moeite hebben om deze verboden neiging te beheerschen. Het conflict tusschen de moraal en het onbewuste lichamelijk verlangen kan zoo heftig worden, dat een neurose uitbreekt. Vaker nog dan in den oorlog zullen tengevolge van deze neiging psychische stoornissen op treden, als de militair weer terugkomt bij zijn vrouw of meisje. Het onvermogen om lief te hebben, met zijn lichamelijk correllaat de volkomen of relatieve impotentie, is een van de treurigste na-oorlogsverschijnselen. Maar gelukkig is deze stoornis meestal van tijdelijken aard. 609

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 59