een secundair hysterische contractuur, welke onmiddellijk na
afname van de spalk optreedt. Bij de differentiaal-diagnose met
een organische paralyse zal de kennis van den loop en de spierener-
vatie van de verschillende zenuwen vaak een onmiddellijke beslis
sing kunnen geven. Hetzelfde geldlt van eventueel aanwezige
sensibiliteitsstoornissen. Soms zullen pees- of botreflexen, welke
bij hysterie steeds behouden blijven, uitsluitsel kunnen geven. Bij
langer bestaande periphere verlamming zal de ontaardingsreactie
het absolute bewijs geven van de organische genese. Sterke
spieratrophie en spierhypotonie pleiten hier eveneens voor. Een
succesvolle psychische therapie bewijst het omgekeerde. Bij con
ti acturen kan men nog de volgende proef doenbij afbinden
van een lidmaat vermindert de door pijn opgewekte reflectoire
contractuur, terwijl de hysterische óf erger wordt, óf hetzelfde
blijft.
Van alle verlammingen komt de paraplegie verreweg het meeste
voor. Deze is slap of spastisch.
De hemiplegie is vrijwel steeds spastisch en wel van het
begin af aan en daardoor gemakkelijk te onderscheiden van de
organische hemiplegie, welke immers gedurende den eersten tijd
een slappe verlamming geeft. Het ontbreken van een positieve
Babinski, Oppenheim en andere pyramideteekenen is diagnostisch
van het grootste belang. De contracturen zijn zeer intensief en
immobiliseeren de gewrichten volledig. Een plotseling aange
wende kracht kan den stand wijzigen, maar bij loslaten wordt
de oude stand onmiddellijk weer ingenomen. Dit is heel moeilijk
te simuleeren, omdat de groote benoodigde inspanning aan het
gezicht, de ademhaling en onregelmatigheid van de beweging te
zien zouden zijn.
Tremoren komen zeer veel voor. Soms grof als het sidderen van
angst, soms als bij organische ziekten van het zenuwstelsel. Het
heele lichaam kan meedoen, het hoofd beeft, de handen trillen,
de patiënt strompelt voort met knikkende knieën. Deze toestanden
zijn veelvuldig als „Zitterneurose" beschreven. Soms treden heftige
schuddende krampen uitsluitend bij bepaalde handelingen op.
Bijv. als de patiënt wil gaan loopen, waardoor hem dit totaal
onmogelijk gemaakt wordt. Deze menschen kunnen soms zonder
eenigen tremor achteruit loopen, een typisch symptoom, dat wel
heel duidelijk den psychischen oorsprong verraadt. Het simuleeren
van een tremor kan gemakkelijk ontmaskerd worden, want het
is onmogelijk lang achter elkaar het rhythme en den uitslag
constant te houden. Laat men den patiënt met zijn rechterhand
iets doen en leidt men ondertusschen zijn aandacht af, dan zal hij
nooit den tremor in zijn linkerhand goed vol kunnen houden.
De anaesthesieën ontstaan in den regel tijdens het onderzoek
door suggestie. Ze zijn niet belangrijk, omdat ze geen invaliditeit
geven. Door de kous-, handschoen- of handvormige begrenzing
613