b. Op welke gegevens nu moest Von Moltke zijn bevel gronden Te 11.00 was Rezonville door de Franschen ontruimd Gravelotte echter nog niet, welke plaats eerst te 15.00 werd ver laten. Het is dus duidelijk, dat het bevel te vroeg uitging en gegrond was op onvoldoende feitelijke kennis omtrent den vijand. Maar dat alles wist Von Moltke en daarmede hield hij ook rekening in zijn bevel. Hij had waargenomen, dat sterke Fransche troepenmassa's zich van West naar Oost door Rezonville bewogen te 11.00 was bericht ingekomen dat bij Vernéville een Fransche cav.brigade stond (was in werkelijkheid de Cav.Div. du Barail), terwijl een te 9.00 van de Sachs.Kav.Div. ontvangen bericht meldde „dat bij Conflans, behalve enkele geïsoleerde vijanden, niets van den vijand was te bemerken." Al met al scheen dus de vijand op Metz terug te trekken, en was van een afmarsch over den weg naar Etain nog niets te merken, al kon die nog geschieden. Von Moltke moest dus bij zijn bevel rekening houden met 2 mogelijkheden 1. Bazaine houdt met al zijn troepen stand bij Metz 2. Hij marcheert den 18en met het geheel of een gedeelte af, en dan waarschijnlijk langs den weg naar Briey. c. De standplaats van het Groote Hoofdkwartier bij Flavigny van 17 Aug. 6.00 tot 18 Aug. 14.00 is te verklaren uit het feit, dat Von Moltke eer geloofde in een afmarsch van Bazaine's g'ansche macht naar het Noorden dan aan een stand houden bij de vesting. Schakelt men nu een oogenblik de wetenschap uit, dat Bazaine door politieke drijfveeren zijn besluit heeft kunnen doen beïn vloeden, een kwestie toch welke de Duitsche legerleiding op 17 Augustus moeilijk in zijn overwegingen kon betrekken, dan komt men tot <de slotsom, dat er zoolang het tegengestelde niet zou zijn gebleken rekening diende te worden gehouden met wat van een verstandig handelend tegenstander kon worden verwacht. In zijn bevel ging Von Moltke derhalve uit van een de eehige juiste daad van Bazaine de door het initiatief van Von Alvens- leben op 16 Augustus onderbroken afmarsch naar Verdun onver wijld te vervolgen langs de wegen van Briey en/of Etain d. Wat men aan Von Moltke kan verwijten was, dat hij niet de moeite heeft genomen om zich beter op de hoogte te stellen van wat er bij den vijand in Gravelotte omging. Flavigny lag veel te ver van Gravelotte (ruim 6 km) om niets te kunnen zien van wat daar gebeurdeterwijl men toch na 11.00 naar Rezonville had kunnen voorwaarts gaan. Ook op 18 Augustus is dit niet geschiedwaren echter Von Moltke en zijn Koning dertig jaren jonger geweest en in de kracht van hun leven, dan zouden zij zeker een verkenning naar het Noorden hebben uitgevoerd, en was hun Bazaine's geheele plan en zijn stelling als op een presen teerblad aangeboden. 559

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 7