630
S. brengt tegen de It. beginselen de volgende bezwaren naar voren
a. Het passeeren van de aanvankelijk ingezette vewn. zal vaak tot moeilijk
heden aanleiding gevenzulks is in de practijk reeds bij Cambrai
gebleken.
b. Wordt de art. niet vernietigd, dan zal de geheele aanval vaak geen
succes hebben.
Volgens S. worden de vewn. in Spanje zoowel bij Rood als bij Wit
volgens het It. systeem gebruikt. De geuite bezwaren zouden reeds ver
schillende malen naar voren zijn gekomen. S. eindigt zijn artikel met de
mededeeling, dat dit systeem onder bepaalde omstandigheden kan worden
toegepast, doch niet als schema.
Pantserafweer.
Pantserafweergeschut (P.a.g.) van ongveer 4 cm is tegenwoordig beweeglijk
en klein genoeg om kort achter de hoofdweerstandslijn te worden ingezet.
Wim Brandt vestigt echter in M.W. 1937 nr. 44 terecht de aandacht op het
groote bezwaar van vorengenoemd geschutdoordat in beweging zijnde geen
voortdurende vuurbereidheid mogelijk is, wordt onvoldoende beveiliging
verleent tijdens marsch en verplaatsing. Daar invoering van „Selbstfahr-
lafetten" bezwaren kan opleveren bij het inzetten dicht achter de hoofd
weerstandslijn stelt S. voor, voor al het p.a.g. wel dergelijke „Lafetten"
in te voeren, doch gelijktijdig de spreidaffuit te behouden, en deze achter
de „Selbstfahrlafette" te haken.
V.w.b. draagbaar p.a.g. beveelt S. de tankbuks aan. Gedeeltelijk te ver
voeren op karren met gummibanden hetzij achter een auto, dan wel met
mankracht te verplaatsen. „Ein Handwagen mit Tankbückse würde bei-
spielsweise der Infanteriespitze weitgehende Sicherheit gegen feindliche
Panzerspahwagen geben". Een aantal van 12 tot 18 per reg. zou den pantser-
afweer aanzienlijk verbeteren daar deze 2 cm buksen voldoende uitwerking
hebben tegen lichte en middelbare vewn. en paun.
Ook bepleit S. indeeling van een 2 cm machine-kanon bij het regiment,
bestemd tegen vliegtuigen en als p.a.g. Hoewel minder uitwerking dan
geschut van 3,7 cm, is het door het geringe gewicht van groot voordeel.
d. V.
Infanterie.
Deutsche Wehr. Die Truppendienst. Heft 8.
Mj. Kübler behandelt. „Hinhaltender Widerstand" hij neemt stelling tegen
de gedachte, dat bij het vertragend gevecht de tweede, achterwaarts gelegen
stelling eerst gedurende het verloop van het gevecht kan worden ingenomen
niet dat deze tweede stelling volledig moet worden bezet, maar de voor
naamste terreindeelen moeten met zwakke krachten, waarbij deelen van
art. en zware inf. wapenen, ter verdediging zijn voorbereid. De bezetting
aan inf. van de eerste weerstandslinie moet beperkt blijven indien het
terrein voor de stelling althans open is tot de beveiliging van de waar-
nemings- en vuurstellingen.
S. behandelt voorts de vraag omtrent het tijdstip van ontruiming der
voorste weerstandslinie z.i. mag dit niet aan de ondercommandanten worden
overgelaten, tenzij de onoverzichtelijkheid dan wel de frontbreedte daartoe
dwingt. Het doel van het vertragend gevecht aldus besluit S. is niet
in de eerste plaats den vij. z.v.m. afbreuk te doen, maar hem op te houden.
Deutsche Wehr. nr. 13. In de bij dit tijdschrift behoorende bijlage „Der
Truppendiensfwordt het optreden van een cie. als achterspits behandeld.