647 zierter, in seiner Wirkung zum guten Teile auf vorzüglich geschultes Personal aufgebauter Apparat, wie ihn die Fliegerabwehr darstellt, im Ernstfalle auch beim Vorhandensein reichlicher Mittel nicht in kurzer Zeit beschafft und schon gar nicht improvisiert werden kann." Duurzame versterkingskunst. „Schuss- und Sprengwirkungen an Beton und Eisenbeton" door Obereg. Baurat Dr. Ing. Kraus (V.f.P. Nov. 1936). S. toont in dit artikel aan, dat de nog geruimen tijd na den wereldoorlog bij velen gevestigde meening, dat ongewapend beton zich m.b.t. de schok- en mijnwerking van zware projectielen beter zou houden dan gewapend beton welke meening ook thans nog een enkelen aanhanger vindt op grond van terzake gehouden uitgebreide proefnemingen, ten eenenmale onjuist is gebleken. Aangetoond is, dat bij het treffen van een zwaar kaliber-projectiel op een dekking van ongewapend beton de volgende verschijnselen optreden. Tengevolge van de groote trefenergie wordt niet alleen tijdens de indringing van het projectiel het betonmateriaal kegelvormig (met tophoek naar het midden der dekking) verbrijzeld, doch door het optreden van sterke longi tudinale trillingen wordt het beton aan de tegenovergestelde zijde van het trefpunt eveneens kegelvormig (met tophoek naar het midden) vergruisd en weggeslingerd. Hierdoor ontstaan aan beide zijden van de dekking twee breede, diepe trechters (met de tophoeken naar elkander toegekeerd), terwijl in het midden een z.g. neutrale zone overblijft, echter van een aanmerkelijk geringere dekkingsdikte dan de aanvankelijke deze „neutrale laag" wordt derhalve bij de detonatie van het ingedrongen projectiel (met vertraagde werking) gemakkelijk doorgeslagen. Voorts veroorzaken ook de als gevolg van de schokwerking van het projectiel opgewekte zware transversale tril lingen, groote scheuren in de betonmassa, daar dit materiaal niet in staat is trekspanningen op te nemen. Bij gewapend beton, voorzien van een extra boven- en beneden-net- wapening zooals in de duurzame versterkingskunst gebruikelijk, is echter de toestand geheel anders. Ten eerste heeft bij het treffen een veel meer plaatselijke, alsmede een aanzienlijk geringere verbrijzeling van het mate riaal plaats, als gevolg van den eigen weerstand van de wapeningsnetten en van den hierdoor in het materiaal tot stand gebrachten samenhang. Voorts kunnen de trekspanningen, ontstaan door de als gevolg van de schokwerking veroorzaakte longitudinale- en transversale trillingen, door de dwars- en langswapening worden opgenomen, waardoor trechtervormige materiaalverbrijzeling en zware scheurvorming worden voorkomen. De z.g. „neutrale laag" behoudt dus hier vrijwel de oorspronkelijke dekkingsdikte. Tenslotte wordt bij de detonatie van het ingedrongen projectiel de mijn- werking meer plaatselijk beperkt door het door de middenwapening ver kregen verband. S. wijst er voorts op, dat evenbedoelde proeven hebben aangetoond, dat v.w.b. het aanhechtingsvermogen van het wapeningsijzer aan het beton, hieraan geen groote waarde mag worden toegekend. Haakvormige om buiging van alle staafuiteinden acht. S. dan ook daarom een vereischte. Voorts legt S. er den nadruk op, dat de onderlinge bevestiging van het wapeningsijzer met behulp van gewurgd ijzerdraad, weliswaar in de bur gerlijke bouwkunde voldoet, doch voor de duurzame versterkingskunst minder deugdelijk moet worden geachtimmers door de groote en plotseling optredende spanningen in het betonmateriaal bij het treffen door een pro jectiel, kan niet worden voorkomen zooals de proeven hebben uitgewezen dat de wapeningsstaven der netten onderling gaan verschuiven, waardoor de samenhang van het geheel grooter.deels illusoir wordt. S. acht het daarom noodig, de staven op de kruispunten autogenisch te lasschen, dan wel de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 97