649
koppelen, waardoor in korten tijd terreininsnijdingen, granaattrechters a a.
kunnen worden overbrugd. Als bijzonderheid dient nog te worden verm<t1(*'
dat de noodige montagestellingen op deze rupsbandwagens kunnen worden
uitgebouwd, zoodat de wagens als verplaatsbare hijschkraan kunnen dienen
voor het op hun plaats brengen van de brugonderdeelen.
(Opm. S. vermeldt in zijn artikel niet als middel tot snellen aanleg van
wegen het gebruik van z.g. „auto-raÜs", waarmede volgens devakhteratuur
ever het algemeen goede resultaten zijn bereikt en welke m het buigeihjke
transportwezen reeds meermalen toepassing hebben gevonden Ook m den
Ital.-Abess. oorlog zijn zij gebruikt geworden. Deze auto-railsr bestaan u
U-vormige ijzer- of gew. beton-stukken, welke door dwarsverbindingen op
autospoorafstand worden gehouden en met behulp van flexibele laschstukken
verbonden worden tot een buigzame auto-railbaan, welke zich geheel aan
de terreinvorming kan aanpassen. Het zou zelfs mogelijk zijn op deze wijze
drassige terreinen voor beladen vrachtauto's begaanbaar te maken. v.G.j.
v.G.
Geneeskundige Dienst.
Bulletin International des Services de Santé des Armees de Terre, de
Mer et de l'Air, Mai 1937, Nr. 5.
Typhus in het Joego-Slavische leger in de jaren 1931—1935 door Lt.
Kolonel Georgevitch.
In deze periode is het jaarlijks voorkomende aantal typhusgevallen in
het Joego-Slavische leger vrijwel constant gebleven en bedroeg gemidde
90 per jaar met een mortaliteit van 13,5 Onder de burgerbevolking was
in de jaren 1932 en 1934 een duidelijke toename der typhusfrequentie waar
te nemen, welke in 1932 nauwelijks en in 1934 in het geheel geen mvloed
op de morbiditeitscurve van het leger heeft gehad. Verder blijkt uit de
statistiek overtuigend duidelijk, dat het aantal typhusgevallen over het
tijdperk 1931—1935 een daling heeft ondergaan ten opzichte van de 5 voor
eaande jaren. Dit wil men voor een deel toeschrijven aan het gunstige
effect der algemeen doorgevoerde vaccinatie, voor een auto, misschien
grooter deel ook aan de verbetering der hygiënische verhoudingen, het
geen vooral hieruit zou blijken, dat onder de burgerbevolking, welke even
eens een duidelijke daling van het typhusziektecijfer heeft vertoond alleen
de laatste factor een rol kan hebben gespeeld, omdat vaccinatie van burger
lijke bevolkingsgroepen zooals slechts op te verwaarloozen schaal, heelt
plaats gehad.
Toch blijft de ziekte voor het Joego-Slavische leger, ondanks vaccinatie,
nog steeds van zooveel beteekenis, dat men goed doet de minder bevredigende
hygiënische verhoudingen en het min of meer endemisch voorkomen van
buiktyphus in verschillende garnizoensplaatsen met de noodige aandacht
te blijven beschouwen.
Gedurende de periode 1931—1935 hebben zich onder de militairen m
totaal 451 klinisch zekere typhusgevallen voorgedaan, verspreid over 5/
garnizoenen. De ziekte heeft, behalve te Pristina en Kragujevac, nergens
het karakter eener epidemie aangenomen. Veeleer waren de meerendeeis
lichte gevallen over de verschillende garnizoenen verspreid. Slechts werd
daarop een uitzondering gemaakt door de hierboven met name genoem e
plaatsen, waar respectievelijk 22 en 14 typhusgevallen m betrekkelijk oi
tijdsbestek werden waargenomen en waarbij kon worden geconstateerd, dat
het ging om weliswaar kleine, maar toch goed afgrensbare epidemietjes.
Als bijzonderheid kan verder nog worden vermeld, dat het epidemietje te
Kragujevac uitsluitend geheerscht heeft onder pas ingelijfde dienstplichtigen,
terwijl in de stad zelf te zelfder tijd geen typhusachtige ziekten voorkwamen.