749
noch HCl.emetini, subcutaan toegediend in een dosis van 1 mg per kg kat,
noch urease, intraveneus toegediend in een dosis van 24 mg per kg kat,
eenige verbetering of uitstel geeft in het ziekteverloop van met phosgeen-
gas vergiftigde katten. HCl.emetini en urease werken in hoogere doseeringen
(1,5 5 mg resp. 5 mg per kg kat) schadelijk.
Methyleenblauw, waarvan door Schlungbaum (Deutsche Medizinische
Wochenschrift, Nr. 24, 1935) wordt gezegd dat het een gunstigen invloed
heeft bij die toestanden, waarbij zuurstofverarming in het organisme een
rol speelt, wat hij klinisch heeft meenen te mogen vaststellen bij men-
schen, heeft bij met phosgeen vergiftigde katten niet voldaan. Het middel,
subcutaan in een dosis van 30 tot 42,5 mg per kg kat ingespoten, heeft wel
als resultaat een kleiner longgewicht (minder oedeem) maar desondanks
gaan de dieren dood.
Ten slotte is gebleken dat inhalatie van een zeer fijn verstoven tannine-
oplossing nadeelig op het ziekteproces van katten, vergiftigd met phos
geen, werkt. Het subcutaan toedienen van vocht in den vorm van een
isotonische keukenzout- of glucose-oplossing, uur na de phosgeengas-
vergifting, is eveneens schadelijk.
Journal Am. med. Ass. 15 Mei 1937.
De beroemde „Library of the Surgeon General", de boekerij van den
militair geneeskundigen dienst van het Amerikaansche leger, waarvan de
bekende Index-Catalogue een om zoo te zeggen volledige bibliographie der
geneeskunde geeft, bevat ten naaste bij 400.000 boekwerken en 600.000 bro
chures en tijdschriften. Bovendien 450 van de 600 bestaande „wiegedruk-
ken" op geneeskundig gebied. Het vóór ongeveer 50 jaar opgetrokken biblio
theekgebouw is thans te klein geworden. De American Medical Association
overweegt momenteel de stichting van een nieuw gebouw.
The Philippine Journal of Science, Januari 1937.
„De voedingswaarde en kosten der politietroepenmenage in de Philippijnen"
door Isabelo Conception, lid der commissie voor voedselonderzoék van den
National Research Council of the Philippine Islands.
Een zeer belangwekkende studie, omdat men na het oriënteerend onder
zoek in 1911 door Chamberlain verricht, vrijwel niets meer in de literatuur
betreffende dit vraagstuk vermeld vindt. De schrijver heeft zijn onder
zoekingen verricht bij een tweetal detachementen in de buurt van Manilla
met een gezamenlijke sterkte van 729 man, onder gebruikmaking der in
1929 door E. Hawley (Technical Bull. U.S.Dep.Agr. 105) uitgewerkte methode,
waar ncodig aangevuld door gegevens uit de tabellen van J. A. Hermano
(Food Values; Bureau of Printing, Manilla, 1932), Santos en Adriano (The
Chemical Composition of Philippine Food Materials Bureau of Printing,
Manilla, 1929), Adriano en de Guzman (Philip. Agriculturist 20, 1911), J.
Maranon (Philip. Journ. Sci. 58, 1935) en Scherman (Chemistry of Food and
Nutrition; The Macmillan Company, New York, 1932).
Bij de beschouwing der verschillende door den auteur gegeven tabellen
komt men tot de conclusie, dat de rantsoenen der Philippijnsche politie-
troepen alleszins voldoende zijn wat betreft den totalen dagelijkschen calo-
rieëntoevoer en de verhouding vet-eiwit-koolhydraat binnen de grenzen
der doelmatigheid ligt.
Er is echter een uitgesproken tekort aan Ca, terwijl het vitaminegehalte
ook zeer aan den lagen kant blijft.
Bij de specificatie der kosten blijkt verder dat de uitgaven voor vleesch,
visch en eieren ongeveer gelijk zijn dan die voor cerealiën, groenten enz.,
hetgeen minder juist wordt genoemd. Ofschoon spiervleesch als een der
beste eiwitbronnen mag gelden, is het arm aan vitaminen en Ca, en daarom
dringt de schrijver aan op een gedeeltelijke vervanging van spiervleesch