dat de Engelschen met een tegenactie hebben gewacht tot No
vember vóór die maand werd niet de minste poging gedaan
den vijand eenigen klap toe te brengen, zoodat diens moreel steeg
en hij allen tijd kreeg, het behaalde succes uit te buiten, den
opstand uit te strekken over alle stammen en zich voor te bereiden
op tegenstand tegen de expeditie, welke ongetwijfeld zou worden
gezonden. Zoo wisten de Mahsoeds zich o.m. den steun te ver
werven van den in Khost ver blij venden Afghaanschen gnl. Nadir
n den la teren Emir die zich niet ontzag, een tweetal
vuurmonden met bediening naar Kanigoeram te zenden1). Van
ngelsche zijde wordt als reden vo.or de afwachtende houding
aangegeven, dat men als gevolg van de demobilisatie slechts
beschikte over jonge dan wel in den bergoorlog onervaren offi
cieren en troepen, welke men mede niet durfde blootstellen aan
een optreden in den heetsten tijd van het jaar, terwijl voorts nog
wordt gewezen op de oorlogsmoeheid, niet zoozeer die in het
leger als wel onder de politici, die niets voelden voor het uitvoeren
van nieuwe krijgsverrichtingen, alsmede op de onmogelijkheid
een expeditie uit te zenden, terwijl het leger aan den Khaiberpas
gemobiliseerd stond2).
Eindelijk, in November 1919, werden de minst krijgshaftige
stammen, de Tochi Wazirs, aangegrepen. Nadat deze tot onder
werping waren gebracht, werden de troepen naar de Gomalvallei
verplaatstdoor de Tankzamvallei rukten zij op tegen de aldaar
wonende Mahsoeds en sloegen hier in de maanden December
1919 tot Mei 1920 het verzet neer. Tijdens het warme jaargetijde
670
De bedoeling was, dit geschut te bezigen voor het vernielen van
versterkte posten, welke de Engelschen tijdens hun expeditie ongetwijfeld
zouden oprichten, dan wel voor het dekken van een aanval daarop, gebruiks-
wijzen, welke de Mahsoeds zeer juist van hun tegenstanders hadden afge
zien. De reden, waarom de stukken nimmer aan den strijd hebben
^ng8"0m®n' 18 ,met Setleel onvermakelijk en - tegelijkertijd leerzaam,
toen de Mahsoeds gereedstonden voor den eersten aanval, welke door de
art. zou worden gesteund, zagen zij de bediening in gebed neerknielen,
a u- YFaaS' wat te beduiden had, antwoordde de „art. aanvoerder"
dat hij de zegen des hemels afsmeekte, daar hij nooit kon weten, of het
geschut met meer vrienden dan vijanden buiten gevecht zou stellen. De
leider van den aanval voelde daarop maar weinig meer voor den steun"
welke het moreel wellicht eerder zou doen dalen dan stijgen en wees'
den Afghanen beleefd doch dringend den kortsten weg naar huis, welken
zij wijselijk met den meesten spoed insloegen.
2) Zoo bevonden alle treinafdeelingen zich aan den Khaiberpas. Als
een der motieven wordt aan Engelsche zijde genoemd, dat men ook na
de demobilisatie nog wel beschikte over ervaren troepen, doch deze waren
bekend met de strijdwijze in Mesopotamië en Frankrijk en niet met die
tegen Afghaansche benden. Toch waren er wel enkele eenheden die zich
reeds aan den Khaiberpas hadden onderscheiden. Ook ontbrak het aan
Europeanen de ruggegraat van de expeditie. Toen weder werd opgetreden
iet men echter na, dit gemis te vergoeden door indeeling van de beste
Inheemsche troepen, Sikhs en Ghurka's