stonden de operatiën stil om daarna van November 1920 tot Mei 1921 te worden hervat tegen de Wana Wazirs. Met het oog op- hun ongeoefendheid, gebrek aan transportmiddelen en de abnor maal goede bewapening 1) en geoefendheid van den vijand, bleven de troepen steeds vereenig'd in één colonne, welke slechts frontaal ageerde en daardoor in de smalle valleien tallooze malen den doorgang moest bevechten, hetgeen wel blijkt uit den duur der verschillende phasen. Voetje voor voetje werd opgerukt; in den rug van den troep werden wegen aangelegd en posten opgericht. Echter werd nergens een flinke klap uitgedeeld, zoodat de stammen slechts in schijn waren onderworpen. Blijvende onderwerping zou echter alleen zijn te bereiken door het leggen van vaste bezet tingen van geregelde troepen. Waren de militairen hiervan reeds 60 jaren eerder overtuigd, de politici hadden deze voor de hand liggende oplossing nimmer willen aanvaarden, o.m. omdat de gevolgen daarvan te kostbaar werden geacht. De ervaringen na 1900 toonden echter helder aan, dat de expedities als gevolg van de toeneming van de bewapening van de stammen, zoodanig in omvang en derhalve ook in kosten toenamen, dat hetgeen vroeger door velen een creditpost van de „Backward Policy" werd geacht, na 1900 op de debetzijde daarvan diende te worden geboekt. Derhalve besloot het Opperbestuur nog tijdens de actie tegen de Mahsoeds tot blijvende bezetting van Waziristan over te gaan. waartoe niet alleen Wana zou worden bezet door legertroepen, doch tevens een brigade zou worden gelegerd in het centrum van het gebied van den evengenoemden uiterst fanatieken en onbuigzamen stam, welke brigade zou optreden als mobiele af- deeling. De post zou door een weg worden verbonden met Manzai. het eindpunt van de voorbij Tank nog in aanleg zijnde smalspoor- baan. De bevolking zag zeer goed in, dat de Engelschen na het gereedkomen van dezen weg over een middel zouden beschikken, waarmede troepenconcentraties snel zouden kunnen worden uitge voerd, hetgeen tengevolge zou hebben, dat de kans op een succesvol verzet was verkeken. Men besefte terdege, dat de wegaanleg niet zonder wrijving zou kunnen worden uitgevoerd, zoodat het noodig was, behalve de blijvende, ook nog een tijdelijke bezetting achter te laten. Ten einde een indruk te geven van de daarvoor gevorderde krachten 671 i) De Mahsoeds waren niet alleen in het bezit van de geweren, waar van zij zich te Wana hadden meester gemaakt, doch tevens van die, welke de militia in de Tochivallei had medegenomen en welke, naar gelang de Engelschen aldaar oprukten, meer en meer hun weg vonden naar het Z.ook beschikten zij over op posten en piketten veroverde handgranaten. Opmerkelijk is nog, dat de in de Tochivallei door de Engelschen verloren Lewismitrailleurs geheel vrijwillig werden uitgeleverd met de opmerking, dat deze wapens voor de stammen geen waarde hadden, daar zij te veel rrltmitie verslonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 19