door den pas en van de administratieve grens deze gedeeltelijke blokkade van het stamgebied had tengevolge, dat de Afridis m.u.v. de Zakka Khels, de ongunstigst bekend staande „clan" in het gebied, in 1921 het hoofd in den schoot legden. Gedachtig aan het gezegde, dat men dieven met dieven moet vangen, richtten de Engelschen Afridi-hulpkorpsen op, welke de Zakka Khels tot reden brachtenin Februari 1922 gingen zij een overeenkomst aan. Kort daarop maakten de Engelschen een aanvang met den bouw van den spoorweg DjamroedLandi Khana x) de daaraan verbonden werkzaamheden waren in 1926 beëindigd en brachten heel wat geld in de zakken van de Afridis, die zich tijdens den spoorwegaanleg dan ook opvallend kalm hielden. In tegenstelling hiermede kenmerkten de jaren 19271930 zich door voortdurende onrust als gevolg van onderlinge twisten tusschen de Sunnitische meerderheid en een kleine Sjiitische minderheid, welke laatste werd gedwongen het land te verlaten, terwijl tegelijkertijd oneenig- heid uitbrak onder de Mohmands. Voorvallen in dit stamgebied zijn immer moeilijk te voorkomen, daar het ten deele in Afgha nistan en ten deele op Britsch-Indisch territoir is gelegen2) 675 2) De Afghanen stonden laatstgenoemde plaats in 1880 bij het door Emir Abdoerrachman gesloten verdrag af aan de Engelschen, wier positie aan den Khaiberpas hierdoor op niet geringe wijze werd versterkt. Ten aanzien van dezen pas wordt nog opgemerkt, dat hij geenszins uit een enkelen doorgang bestaat doch uit een aaneenschakeling van défilés, welke op som mige plaatsen ter nauwemood voldoende ruimte bieden voor den autoweg en de spoorbaan. Enkele cijfers geven eenigen indruk van het tracé. Pes- jawar ligt op een hoogte van 380 m 16 km naar het W., te Djamroed (op 540 m)begint de reeks van défilés waarin gelegen zijn 8 km verder en op 1050 m, Ali Masjid weder 16 km verder en op een hoogte van 1225 m. Landi Kotal, het hoogste punt, vanwaar de weg in de richting van Dakka, na een aanvankelijke daling van slechts enkele tientallen meters, vrijwel in horizontalen zin verder loopt. De grenspost Landi Khana is zoowel van Landi Kotal als van de grens ongeveer 5 km verwijderd. Rekent men het op Afghaansche gebied gelegen deel (tot Dakkaruim 8 km) niet mede, dan is de pas dus ongeveer 34 km lang, d.i., mede gelet op het hoogte verschil van 700 m, een zware dagmarsch. 2) Dit is het eenige deel van de grens met Afghanistan waar de „weten schappelijke grens" wel erg onwetenschappelijk verloopt. Inderdaad trok Sir Mortimer Durand haar over den op den W. oever van de Koenar gele gen rug en langs de W. begrenzing van het stamgebied der Mohmands. Hoewel Emir Abdoerrachman de desbetreffende kaarten parafeerde, ver zette hij zich tijdens de demarcatie tegen een dienovereenkomstige vast stelling van de grens, in hoofdzaak omdat het hem dan onmogelijk zou zijn geweest, de ten W. van de Koenar wonende Kafirs tot onderwerping te brengen en te bekeeren tot het Moh. geloof, een taak, welke hij zich om tweeërlei reden had gesteld. In de eerste plaats was het voor hem als geestelijk hoofd een prestigekwestie, doch daarnaast bood het hem de gelegenheid, zijn geregelde troepen nuttig bezig te houden, hetgeen dezen verhinderde, hun activiteit tot uiting te brengen door het uitvoeren van opstanden tegen hun eigen vorst. Daar de Engelschen hun gebied vol doende beveiligd achtten bij het door den Emir bewilligde verloop van de grens, berustten zij in diens opvatting.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 23